Hoofdstuk elf: Ontheiliging van de kunsten

Inhoudstafel

1. Kunst: een geschenk van het goddelijke

2. De immense invloed van kunst op de mensheid

3. De sabotage en het misbruik van kunst door het communisme
a. Kunst in communistische landen
b. Communistische elementen achter de avant-gardebeweging
c. De omkering van de traditionele esthetiek: het lelijke als kunst
d. De pervertering van literatuur

4. De ware kunst doen herleven

Referenties

****

1. Kunst: een geschenk van het goddelijke

Gedurende de vele jaren van menselijke beschaving heeft de mens nagedacht over wat ware schoonheid is. Gelovige mensen weten dat alle wonderen van het goddelijke afkomstig zijn. Diepzinnige kunst is een poging om de schoonheid van de hemel na te bootsen en te tonen in de menselijke wereld. Inspiratie komt van het goddelijke en kunstenaars kunnen uitmuntend worden op hun gebied als zij goddelijke zegeningen en wijsheid ontvangen.

Met een sterk geloof in en toewijding aan het goddelijke, konden de grote kunstenaars van de Renaissance vanuit hun vindingrijkheid werken creëren ter ere van God. Kunstenaars uit de middenperiode van de Renaissance, waaronder Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël, bereikten als bij wonder een technisch meesterschap dat dat van hun voorgangers en hun gelijken ver overtrof. Hun meesterwerken – waaronder schilderijen, standbeelden en architectuur – werden tijdloze klassiekers.

Eeuwenlang waren deze kunstwerken een nobel voorbeeld voor de mensheid. Deze kunst appreciëren en bewonderen kan niet alleen de kunstenaars van latere generaties in staat stellen om zuivere artistieke techniek te bestuderen, maar kan het tevens voor het publiek mogelijk maken om werkelijk de aanwezigheid van het goddelijke te voelen en te zien. Wanneer deze werken, de technieken die ze gecreëerd hebben en de geest die de kunstenaars bezielde, allemaal bewaard blijven, is de menselijke samenleving in staat om een band met het goddelijke te behouden. Dan zal er, zelfs wanneer de mensheid haar perioden van decadentie en verval doormaakt, hoop zijn op een terugkeer naar de traditie en een weg naar verlossing.

Dezelfde beginselen gelden op het gebied van de muziek. Zoals het gezegde (naar verluidt, van een Duits operahuis) luidt: “Bach gaf ons Gods woord. Mozart gaf ons Gods lach. Beethoven gaf ons Gods vuur. God gaf ons muziek opdat we zouden bidden zonder woorden.” Johann Sebastian Bach beschouwde zijn hele leven lang toewijding aan God en de lofprijzing en aanbidding van God als de hoogste principes bij het creëren van zijn muziek. Op al zijn belangrijke partituren zijn de letters SDG te zien – een afkorting van ‘Soli Deo Gloria’, wat betekent ‘glorie aan God alleen’.

Het hoogste niveau dat een kunstenaar kan bereiken is door de materialisatie van hemelse objecten in het menselijk rijk door middel van goddelijke openbaring. De grote schilderijen en standbeelden en de meest sublieme partituren in de vroege, barokke en klassieke canon, werden alle gecreëerd door gelovigen en vertegenwoordigen het hoogtepunt van het artistieke werk dat door de mens is bereikt.

De drie belangrijkste elementen in artistieke creatie zijn afbeelding, creatie en communicatie. Alle artistieke creaties bevatten een thema, dat wil zeggen de boodschap die de kunstenaar wil overbrengen, ongeacht de vorm die het werk aanneemt – of het nu een gedicht, schilderij, standbeeld, foto, roman, toneelstuk, dans of film is. De kunstenaar brengt het thema over naar het hart van de lezer, de luisteraar of de kijker. Dit proces is de communicatie – de overdracht van de geest van de kunstenaar aan de ontvanger.

Om het doel van communicatie te bereiken, moeten kunstenaars een voortreffelijk vermogen bezitten om te imiteren en af te beelden, waarbij het object van imitatie de wereld van de goden of van de mens is, of zelfs de onderwereld. Artistieke schepping is een proces van verfijning van de diepere of meer essentiële elementen van een voorwerp van voorstelling. Het vereist van kunstenaars dat zij hun eigen vermogen versterken om te communiceren en om de harten van mensen te raken. Als de kunstenaar een rechtschapen geloof heeft in het goddelijke en in de moraal, zal het goddelijke hem de inspiratie schenken om te creëren. Dergelijke werken zullen goddelijk, zuiver en welwillend zijn – heilzaam voor zowel de kunstenaar als de samenleving.

Anderzijds, wanneer de kunstenaar de morele normen laat varen, kapen negatieve elementen het creatieve proces, waarbij kwade krachten invloed uitoefenen en de kunstenaar gebruiken om afschuwelijke creaties en groteske dingen uit de onderwereld af te beelden. Dergelijke werken berokkenen hun auteur en de samenleving in het algemeen schade.

De waarde van de orthodoxe, traditionele kunsten wordt zo duidelijk. Goddelijke kunst en cultuur in het Oosten en het Westen waren verbindingen geweven tussen het goddelijke en de menselijke beschaving, en waren bedoeld om hen met elkaar in contact te brengen. De ideeën en boodschappen die door deze kunst worden overgebracht zijn schoonheid, goedheid, licht en hoop. Aan de andere kant maken zij die onder controle staan van kwade elementen corrupte ‘kunstwerken’. Zij drijven een wig tussen de mens en het goddelijke en slepen de mens dichter naar het kwaad.

2. De immense invloed van kunst op de mensheid

Grote kunstwerken brengen erfgoed over, verspreiden kennis en wijsheid, en versterken het karakter. In de grote beschavingen van het Westen en het Oosten nemen zij een verheven plaats in.

De oude Griekse wiskundige en filosoof Pythagoras geloofde dat het geheim van muziek erin bestond de harmonie van de hemellichamen na te bootsen, die zelf de harmonie van het universum weerspiegelen.

De Chinezen hadden soortgelijke opvattingen. De Verhandelingen over Muziek en Harmonie bespreken de overeenkomst van muziek met de vijf elementen (metaal, hout, water, vuur en aarde), en hoe muziekinstrumenten worden gebouwd om de patronen van hemel en aarde weer te geven en na te bootsen. Alleen op deze manier kan ‘muziek van de grootste stijl’ worden bereikt, die ‘dezelfde harmonie vertoont die heerst tussen hemel en aarde’. [1] Dit soort muziek is niet alleen in staat om goddelijke vogels als de kraanvogel en de feniks aan te trekken, maar dient ook als een uitnodiging aan godheden om de gelegenheid met hun aanwezigheid te vereren.

Confucius zei ooit: “[De Zhou Dynastie] vatte de twee dynastieën samen die eraan vooraf gingen; haar manieren zijn verfijnd en elegant. Ik volg Zhou.” [2] Hij bewonderde hoe de legendarische Chinese heersers regeerden met rituelen en muziek: “De wijze keizer Shun vond een vijf-snarig muziekinstrument uit, dat hij qin noemde, en hij zong op de melodie ervan over de zachte zomerbries uit het zuiden, en zie, zijn rijk liep gesmeerd [onder invloed van zijn muziek].” [3] Deze voorbeelden illustreren de opbouwende effecten van zuivere, rechtschapen muziek.

De ‘Muziek van de prins van Qin die het front van de vijand verbreekt’, gecomponeerd door de grote keizer Li Shimin van de Tang-dynastie, verwierf het diepe respect van etnische groepen die in de periferie van het Tang-rijk leefden. Het Nieuwe Boek van Tang vermeldde dat de monnik Xuanzang op zijn reis om boeddhistische geschriften uit het Westen te zoeken, van een koning in een afgelegen Indiase staat te horen kreeg: “Jullie keizer moet een heilige zijn, want hij heeft de ‘Muziek van de prins van Qin die het front van de vijand verbreekt’ gecomponeerd.” [4]

Tijdens het bewind van Lodewijk XIV spreidde het Franse koninklijke hof grote elegantie ten toon door middel van dans en kunst. Dans omvat niet alleen de techniek van de beweging, maar ook de sociale etiquette en de normen. Lodewijk XIV inspireerde Europa door de kunst en cultuur van zijn hof en kreeg navolging van andere hoven en de Europese bevolking.

Frederik de Grote van Pruisen was niet alleen een voortreffelijk koning, hij was ook een bedreven musicus, componist en fluitist. Hij gaf opdracht tot de bouw van het Berlijnse operahuis, hield persoonlijk toezicht op de opera en stelde deze open voor een bredere kring van sociale klassen. Tot op de dag van vandaag is de opera een belangrijk onderdeel van de Duitse cultuur. Deze voorbeelden maken duidelijk welke langdurige invloed orthodoxe kunst op de samenleving kan uitoefenen.

Rechtschapen kunst voegt zich naar de wet van de natuur, imiteert goddelijke wijsheid, en brengt bijzondere energie en effecten met zich mee. Zij komt de mensen ten goede door zowel de zintuigen als de ziel te voeden. De grootste kunstenaars werken niet alleen op het fysieke, technische niveau, maar ook, en dat is nog belangrijker, op het spirituele niveau, in hun verbondenheid met het thema van het werk. Zulke kunstenaars geven soms uitdrukking aan een gevoel van het ervaren van een hogere kracht buiten deze fysieke wereld. Het effect is vergelijkbaar met dat van het zingen van een ode aan God – een plechtige en goddelijke ervaring die de menselijke taal overstijgt. Achter ware kunst ligt de verzamelde wijsheid van een volk, zijn creativiteit en zijn inspiratie. Vaak zijn er diepzinnige betekenissen die veel verder gaan dan wat men aan de oppervlakte ziet. Sommige werken zenden een speciaal soort spirituele energie uit. Dit alles heeft een effect op de kijkers op een diep, spiritueel niveau. Het effect is buitengewoon en kan op geen enkele manier door iets anders vervangen worden.

Een uitmuntend kunstenaar kan de moraal van de samenleving beïnvloeden door aan de hand van aangrijpende verhalen en beelden waarden in de harten van de mensen te laten binnenkomen. Zelfs mensen zonder diepgaande kennis of opleiding kunnen inzicht, inspiratie en morele lessen halen uit traditionele kunst. Bedenk eens hoeveel mensen in traditionele westerse samenlevingen het onderscheid leerden tussen juist en fout of goed en kwaad, door middel van volksverhalen zoals ‘Hans en Grietje’ en ‘Sneeuwwitje’.

In China hebben vele generaties geleerd van de vier grote romans (Verhaal van de wateroever, De reis naar het Westen, Roman van de drie koninkrijken en Droom van de rode kamer) en van de traditionele kunsten van het vertellen van verhalen en drama. Dergelijke werken laten mensen goddelijke grootsheid voelen en doen hen verlangen naar assimilatie met hemelse principes.

Ontaarde waarden oefenen ook een onzichtbare invloed uit via de kunst. Docent scenarioschrijven Robert McKee schreef in zijn boek Story: Substance, Structure, Style and the Principles of Screenwriting: “Elk effectief verhaal zendt een geladen idee naar ons uit, dwingt het idee in feite aan ons op, zodat we het wel moeten geloven. In feite is de overtuigingskracht van een verhaal zo groot dat we de betekenis ervan kunnen geloven, zelfs als we het moreel weerzinwekkend vinden.” [5]

Kunst kan een enorme invloed hebben – zowel positief als negatief – op de menselijke moraal, denken en gedrag.

‘Het Mozart-effect’, bijvoorbeeld, heeft wereldwijd de aandacht getrokken, waarbij de wetenschappelijke gemeenschap een aantal studies heeft uitgevoerd naar de positieve invloed van de muziek van Wolfgang Amadeus Mozart op mensen en dieren. In 2016 bleek uit een meer diepgaande studie van het Mozart-effect dat de muziek van de componist positieve effecten heeft op de menselijke cognitieve functie en het gedrag. Verrassend genoeg heeft het omgekeerd spelen van Mozart’s muziek het tegenovergestelde effect. De moderne atonale muziek van de Oostenrijkse componist Arnold Schönberg heeft een effect dat vergelijkbaar is met dat van het achterstevoren afspelen van Mozart, wat de negatieve kwaliteiten ervan aantoont. [6]

Vergeleken met atonale muziek kan rock ‘n’ roll een zelfs nog groter negatief effect hebben. Een onderzoeker verzamelde gegevens van twee vergelijkbare steden en ontdekte dat in de stad waar veel rocknummers via radio en televisie werden uitgezonden, 50 procent meer gevallen voorkwamen van buitenechtelijke zwangerschappen, vroegtijdige schoolverlaters, sterfgevallen onder jongeren, misdaden, enzovoorts. [7] Sommige rockmuziek verheerlijkt zelfs zelfmoord. Een commentator, verwijzend naar een liedje van een beroemde rockster die te maken kreeg met verschillende rechtszaken van ouders van jonge luisteraars, schreef: “De donkere ritmes en deprimerende teksten kunnen zeker worden opgevat als een aanmoediging tot zelfmoord, en het is een onweerlegbaar feit dat jonge mensen zich van het leven hebben beroofd terwijl ze er herhaaldelijk naar luisterden.” [8] Het is niet ongewoon dat tieners die zelfmoord plegen, doen wat in rockteksten wordt beschreven, en talloze rockmuzikanten zijn zelf afgedaald in depressie en drugsmisbruik, of hebben zichzelf van het leven beroofd.

Een ander bekend voorbeeld van negatief gebruik van kunst is de nazi-propagandafilm Triumph of the Will. Ondanks het argument van regisseur Leni Riefenstahl dat zij slechts een documentaire had gemaakt, getuigt de propagandafilm van groot artistiek meesterschap. De grootse scènes en het vertoon van kracht deden het publiek meevoelen met de energie en de kracht erachter. Haar vele innovatieve opnametechnieken en technische bekwaamheid beïnvloedden de filmindustrie nog decennia lang. Toch werd het werk ook een cruciaal propagandastuk voor Hitler en Nazi-Duitsland en staat het bekend als een van de meest succesvolle propagandastukken uit de geschiedenis. Een overlijdensbericht voor Riefenstahl gepubliceerd in de Britse krant The Independent in 2003 stelde: “Triumph of the Will verleidde vele wijze mannen en vrouwen, overtuigde hen om te bewonderen in plaats van te verachten, en heeft de Nazi’s ongetwijfeld over de hele wereld vrienden en bondgenoten bezorgd.” [9]

Inzicht in de grote kracht van kunst kan ons helpen beter te begrijpen hoe belangrijk traditionele kunst is en waarom kwade elementen haar willen ondermijnen en saboteren.

3. De sabotage en het misbruik van kunst door het communisme

Aangezien kunst zo’n enorm effect heeft op de samenleving, is het niet verwonderlijk dat het communisme kunst gebruikt om zijn doel van sociale manipulatie te bereiken en de mens naar de ondergang te leiden.

a. Kunst in communistische landen

Communistische partijen kennen de kracht van kunst en zij maken van alle kunstvormen werktuigen om hun hersenspoeling te bevorderen. Veel mensen hebben de Chinese Communistische Partij (CCP) belachelijk gemaakt omdat zij zangers en acteurs militaire generaals heeft laten worden. Zij vragen zich af hoe burgers die nooit zijn opgeleid in wapens of oorlogsvoering, gekwalificeerd kunnen zijn om generaal te worden. De CCP is van mening dat deze mensen net zo belangrijk zijn als getrainde militairen bij het bevorderen en handhaven van de communistische cultus – of misschien zelfs nog belangrijker. In die zin zijn de militaire rangen perfect in overeenstemming met de partijbeginselen. Zoals Mao Zedong zei: “We moeten ook een cultureel leger hebben. Dat is absoluut onmisbaar om onze eigen gelederen te verenigen en de vijand te verslaan.” [10]

Kunstvoorstellingen in communistische landen zijn bedoeld om de mensen de ellende te doen vergeten die zij onder het communistische bewind lijden en om door middel van kunst hun loyaliteit aan de communistische partij te cultiveren. Dit propaganda-effect – ‘denkwerk’ genoemd – kan niet worden bereikt met louter militaire macht.

Men kan de grootse openingsceremonie van de CCP op de Olympische Spelen van Peking, die tegen enorme kosten voor de belastingbetaler werd georganiseerd, vergelijken met het grootschalige zang- en dansfestival Arirang van Noord-Korea en de balletgroepen van de voormalige Sovjet-Unie. Allemaal dienden ze de behoeften van de partij.

In september 2011 organiseerde het Ministerie van Cultuur van de CCP een zogenaamd Chinees cultuurfestival, China: The Art of a Nation, in het John F. Kennedy Center for the Performing Arts in Washington, DC. Op het festival was het propagandastuk van de CCP te zien, het ballet Red Detachment of Women, dat klassenhaat en gewelddadige revolutie propageert.

Indien rechtschapen kunst, die dicht bij het goddelijke staat en traditionele waarden bevordert, gelijktijdig zou mogen bestaan met door de partij gecontroleerde kunst, die gebruikt wordt om het publiek te hersenspoelen, dan zou deze laatste haar monopolie verliezen en geen effect meer hebben. Dit is de reden waarom alle communistische landen een strenge censuur handhaven op de kunsten en de uitgeverswereld.

b. Communistische elementen achter de avant-gardebeweging

Eeuwenlang is klassieke kunst van generatie op generatie doorgegeven. Deze traditie duurde voort tot de twintigste eeuw, toen er een abrupt einde aan kwam. De overdracht en overerving van kunst werden verstoord door een radicale avant-garde beweging en begon snel te ontaarden. Zoals kunstenaar Robert Florczak zei: “Het diepzinnige, het inspirerende en het mooie werden vervangen door het nieuwe, het afwijkende en het lelijke. … Normen vervaagden tot er geen normen meer waren. Alles wat overbleef was persoonlijke expressie.” [11] De mensheid verloor zo zijn universele gevoel voor het esthetische.

De bron van deze batterij nieuwe artistieke bewegingen is nauw verbonden met ideologische tendensen onder invloed van het communisme. Veel van deze kunstenaars waren ofwel overtuigde communisten of paracommunisten van de één of andere soort, of ze waren onderworpen aan de invloed van deze ideologieën.

Georg Lukács, de Hongaarse cultuurcommissaris van de Communistische Internationale en grondlegger van het westerse marxisme, richtte de Frankfurter Schule op. Een van haar taken was het creëren van een ‘nieuwe culturele vorm’ door het verlaten van de traditionele cultuur. Deze nieuwe culturele vorm begon met het uitsluiten van kunst die het goddelijke trachtte weer te geven. Herbert Marcuse, een Duitse socialist en een vertegenwoordiger van de Frankfurter Schule, schreef: “Kunst protesteert tegen deze [bestaande sociale] verhoudingen en overstijgt deze tegelijkertijd. Daarmee ondermijnt kunst het dominante bewustzijn, de gewone ervaring.” [12] Dat wil zeggen dat marxisten de kunst inzetten in de revolutie tegen het goddelijke en in de ontwrichting van de moraal. Dergelijke opvattingen domineren de richting van de moderne kunst.

Gustave Courbet, de grondlegger van de Franse realistische school, was een deelnemer aan de Parijse Commune. Hij werd gekozen tot commissielid van de Commune en tot voorzitter van de radicale Federatie van Kunstenaars. Courbet zette zich in om het oude systeem om te vormen en nieuwe artistieke richtingen uit te zetten. Hij gaf de Federatie opdracht de complexe neoklassieke Zuil van Vendôme af te breken (die later werd herbouwd). Courbet ontkende dat de mens door God geschapen was en hij was vastbesloten om met kunst uitdrukking te geven aan het wereldbeeld van het proletariaat, alsmede aan het materialisme. Hij staat bekend om zijn uitspraak: “Ik heb nooit engelen of godinnen gezien, dus ik ben niet geïnteresseerd om ze te schilderen.” [13]

Courbet geloofde dat het hervormen van de kunsten eigenlijk een revolutie was. In naam van het schilderen van wat hij de ‘werkelijkheid’ noemde, verving hij schoonheid door lelijkheid. Zijn naaktschilderijen, bijvoorbeeld, waren in het bijzonder gericht op het afbeelden van de vrouwelijke genitaliën – een veronderstelde revolutionaire daad – als een manier om te rebelleren, de traditie te doorbreken en op de één of andere manier verder aan te zetten tot communistisch activisme. Het denken en het leven van Courbet illustreren de nauwe band tussen de communistische ideologie van revolutie en moderne kunst.

Onder invloed van het modernistische gedachtegoed bracht de revolutionaire vurigheid van kunstenaars aan het eind van de negentiende eeuw een reeks bewegingen in de kunstwereld op gang. In tegenstelling tot de traditionele kunststromingen waren dit avant-gardistische bewegingen die er uitdrukkelijk naar streefden de traditie te doorbreken. De term ‘avant-garde’ werd voor het eerst gebruikt door socialistische geleerden om artistieke bewegingen te beschrijven die aansloten bij hun eigen politieke aspiraties.

Aan het eind van de negentiende eeuw leidden deze invloeden tot het impressionisme. Sindsdien hebben moderne kunstenaars de eisen van de traditionele olieverfschilderkunst, zoals precisie, proportie, structuur, perspectief en overgangen tussen licht en schaduw, losgelaten. Vervolgens ontstonden het neo-impressionisme (pointillisme) en het postimpressionisme, waarbij de nadruk lag op de verkenning van de persoonlijke gevoelens van de kunstenaar. Representatieve figuren in deze school zijn Georges-Pierre Seurat en Vincent van Gogh, die beiden neigden naar het socialisme. Van Gogh misbruikte alcohol en leed later aan geestesziekten, en zijn schilderijen leken de wereld weer te geven die mensen ervaren onder invloed van drugs.

Kunstwerken bevatten de boodschappen die hun scheppers wilden overbrengen. Kunstenaars op het hoogtepunt van de Renaissance brachten mededogen en schoonheid over op hun publiek. Vergelijk dit met hedendaagse kunstenaars, die negatieve en duistere boodschappen uitstralen. Moderne kunstenaars laten hun eigen gedachten varen en laten zich beheersen door laag-bij-de-grondse en spookachtige entiteiten. Ze zijn zelf vaak onsamenhangend en verward en hun werken zijn ook zo – donker, negatief, wazig, grijs, depressief, decadent, en wanordelijk.

Na het impressionisme kwamen het expressionisme en het fauvisme, gevolgd door het kubisme van Pablo Picasso. In 1944 sloot Picasso zich aan bij de Franse Communistische Partij. In zijn brief ‘Waarom ik een communist werd’ schreef hij: “Mijn toetreding tot de Communistische Partij is een logische stap in mijn leven, mijn werk en geeft ze hun betekenis. … Op mijn eigen manier heb ik altijd gezegd wat ik het meest waar, het meest rechtvaardig en het beste vond, en daarom het mooiste. Maar tijdens de onderdrukking en de opstand voelde ik dat dat niet genoeg was, dat ik niet alleen met mijn schilderijen maar met mijn hele wezen moest vechten.” [14]

Picasso moedigde een breuk aan met de klassieke methodes van schilderen. Voor hem was alles een stuk deeg dat hij naar believen kon oppakken en vormgeven. Hoe grimmiger zijn werken werden, hoe gelukkiger hij leek te zijn. Het proces van het creëren van monsterlijke beelden is het proces van het vernietigen van een beeld, tot het punt waarop niemand het nog kan begrijpen. Zelfs Georges Braque, de moderne kunstenaar die samen met Picasso het kubisme stichtte, was bij het zien van Picasso’s Les Demoiselles d’Avignon “ontzet door de lelijkheid en intensiteit ervan.” Picasso had “terpentijn gedronken en vuur gespuwd,” en gedroeg zich meer als een kermisartiest dan als een kunstenaar, zei hij. [15]

Marcel Duchamp, een van de eerste leden van de dadaïstische kunstbeweging, probeerde ook de traditie te ondermijnen en zich ertegen te verzetten door kant-en-klare voorwerpen ten toon te stellen en te gebruiken. Hij hergebruikte gevonden of in de fabriek gemaakte voorwerpen en veranderde ze in zogenaamde kunstinstallaties. Duchamp, die de vader van de conceptuele kunst werd genoemd, bepleitte het idee dat alles kunst kon worden genoemd. De dadaïstische beweging is zelf een communistisch project, zoals blijkt uit het manifest van de Berlijnse dadaïsten, die opriepen tot een “internationale revolutionaire unie van alle creatieve en intellectuele mannen en vrouwen op basis van het radicale communisme,” evenals “de onmiddellijke onteigening van eigendom (socialisatie) en door de gemeenschap georganiseerde voedselvoorziening voor allen” en “de oprichting van steden van licht en tuinen die zullen toebehoren aan de samenleving als geheel en de mens zullen voorbereiden op een staat van vrijheid.” [16]

De kritiek van het dadaïsme op de traditie ontwikkelde zich in Frankrijk tot het surrealisme, zoals vertegenwoordigd door de communist André Breton, die een revolutie voorstond. Hij was tegen de vermeende onderdrukking door de rede, de cultuur en de maatschappij – een opvatting die typerend was voor de moderne kunstenaars in Europa in die tijd.

De artistieke stromingen die deze principes verder hebben uitgewerkt zijn onder meer het abstractisme, het minimalisme, de pop-art en het postmodernisme. Abstractisme gaat over de emotionele expressie van rebellie, wanorde, leegte en escapisme. In de hedendaagse kunst is duidelijk te zien dat deze ‘-ismen’ de morele waarden vertrappelen. De meest extreme uitdrukking daarvan zijn de creaties van deze kunstenaars die openlijk religieuze figuren als Jezus Christus ontheiligen.

Niet alle moderne kunstenaars staan achter een linkse politiek, maar er is een duidelijke ideologische overeenkomst met het communistische gedachtegoed – namelijk de verwerping van het goddelijke en het streven naar de vervanging van het goddelijke als uitgangspunt voor het begrijpen van het menselijk leven. Deze ‘-ismen’ gingen een steeds grotere invloed uitoefenen in de publieke sfeer en hebben uiteindelijk geleid tot de volledige marginalisering van de klassieke kunst.

c. De omkering van de traditionele esthetiek: het lelijke als kunst

De talrijke moderne kunststromingen die zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld, hebben een aantal dingen gemeen: zij keren de conventionele esthetiek om; zij beschouwen lelijkheid als schoonheid; en zij willen choqueren, zelfs tot het punt waarop zij zo akelig zijn als de verbeelding van de kunstenaar toelaat.

Marcel Duchamp tekende zijn naam op een urinoir en noemde het ‘Fontein’, om het in New York aan het publiek tentoon te stellen. Hoewel het object nooit werd tentoongesteld, werd Duchamps actie onder zijn gelijken in de kunstwereld als een slimme grap beschouwd, en latere kunstenaars en academici hebben het als het toppunt van creativiteit beschouwd. Dit is het klimaat in de kunstwereld, waarin de klassieke schilderkunst met de ezel is gemarginaliseerd en de installatiekunst een hoge vlucht heeft genomen. In 1958 hield Yves Klein zijn tentoonstelling The Void in de Iris Clert Gallery in Parijs. De tentoongestelde werken bleken lege, witte muren te zijn.

Een belangrijke figuur van de naoorlogse Duitse avant-garde, Joseph Beuys, bedekte zijn hoofd met honing en bladgoud en prevelde drie uur lang non-stop tegen een dode haas in zijn armen in het werk ‘Wie man dem toten Hasen die Bilder erklärt’ (‘Hoe je aan een dode haas schilderijen uitlegt’) uit 1965. In de ogen van Beuys kon iedereen kunstenaar zijn. Een anekdote vertelt dat een gefrustreerde vraagsteller eens tegen hem riep: “Je praat over alles onder de zon, behalve over kunst!” Beuys antwoordde naar verluidt: “Alles onder de zon is kunst!” [17]

In 1961 beweerde Piero Manzoni, een sleutelfiguur van de avant-garde, dat hij zijn eigen uitwerpselen in negentig blikjes had gedaan, ze kunstwerken had genoemd en ze te koop had aangeboden onder de naam Merda d’artista (‘Artiesten stront’). In 2015 werd een van de blikjes in Londen verkocht voor een recordprijs van 182.500 pond, of ongeveer 215.000 euro, honderden keren de prijs van hetzelfde gewicht in goud. Hij tekende ook zijn naam op de lichamen van naakte vrouwen als onderdeel van een serie die hij Sculture viventi (‘Levende Sculptuur’) noemde.

In China was er een naakte ‘kunstenaar’ die zijn lichaam met honing en visolie insmeerde om vliegen aan te trekken. De ontheiliging van het lichaam lijkt bedoeld om het idee over te brengen dat het leven goedkoop, lelijk en walgelijk is. In de BBC-documentaire Beijing Swings, over ‘extreme kunstenaars’ in China, omvatte de zogenaamde performance-kunst de performatieve consumptie van een menselijke foetus. Temidden van de publieke veroordeling dat dergelijke kunst ‘afschuwelijk’ was, onthulde kunstcriticus Waldemar Januszczak, de presentator van de documentaire, onbedoeld de ware aard ervan door te zeggen: “Het is de moeite waard om te proberen begrijpen waarom China de meest buitensporige en duistere kunst produceert van de hele wereld.” [18] In feite is dit een gevolg van het najagen van het demonische. Sommige van deze moderne, zogenaamde kunstwerken zijn zo smerig en schaamteloos dat zij het geestelijk uithoudingsvermogen van normale mensen te boven gaan. Dergelijk gedrag van de avant-garde is de Culturele Revolutie van de kunstwereld.

De voorstanders van het modernisme hebben zich bij de trend aangesloten als eenden op water, maar schilders die werkelijk bedreven zijn in de technische vaardigheid van het schilderen hebben het moeilijk. Schilders en beeldhouwers die zich strikt aan de traditie houden, die hun vak beheersen door nauwgezette oefening, zijn uit de kunstwereld verdrongen. John William Godward, de Engelse Victoriaanse neoklassieke schilder die verbonden was met het Pre-Rafaëlitische Broederschap, voelde zich gediscrimineerd omdat zijn stijl van realistisch klassiek schilderen uit de gratie raakte door de opkomst van Picasso’s modernistische werken. In 1922 pleegde hij zelfmoord en zou in zijn afscheidsbrief hebben geschreven: “De wereld is niet groot genoeg voor mijzelf en een Picasso.” [19]

Soortgelijke methoden werden toegepast om muziek te ruïneren. Authentieke muziek is in overeenstemming met de muzikale theorie en orde. Muzikale stemming en de toonaarden en modi die het voortbrengt zijn allemaal afgeleid van harmonieuze natuurlijke patronen. Het universum geschapen door het goddelijke is harmonieus. Mensen zijn in staat om de harmonie van het universum te waarderen en er deel aan te nemen, en aldus schoonheid te creëren, aangezien mensen ook door het goddelijke zijn geschapen.

Moderne atonale muziek verwerpt ideeën als tonaliteit, akkoorden en melodie en mist orde in haar structuur. Dergelijke muziek is een opstand tegen de door God gegeven klassieke muziek. Atonale muziek schendt de harmonie in het universum en daarom vinden veel toeschouwers het onaangenaam. Modernistische musici stellen, op basis van hun verwrongen theorieën over esthetiek, dat het publiek zijn oren moet trainen om aan zulke muziek te wennen, zodat het ervan kan genieten.

Schönberg, één van de grondleggers van de moderne muziek, introduceerde zijn ‘twaalftoonssysteem’, een fundamenteel atonale structuur die de creatie van de anti-klassieke muziektechniek markeerde. Schönbergs muziek werd beschouwd als de ontkenning van alle Duitse muziekcultuur tot dan toe – het verraad aan smaak, gevoel, traditie en alle esthetische principes. Zijn muziek werd in die tijd door de Duitsers ‘cocaïne’ genoemd: “Schönberg opvoeren is hetzelfde als een cocaïnebar openen voor het volk. Cocaïne is vergif. Schönbergs muziek is cocaïne.” [20] In latere generaties beoordeelde een muziekcriticus hem aldus: “Het is een maatstaf voor de onmetelijkheid van de prestatie van de man dat hij vijftig jaar na zijn dood nog steeds elke zaal op aarde kan legen.” [21]

Wat leidde tot de wijdverspreide aanvaarding van Schönberg waren de muzikale theorieën van Theodor W. Adorno, een belangrijke figuur in de Frankfurter Schule. In Adorno’s werk uit 1949, Philosophy of Modern Music, portretteerde hij Schönberg als de ‘quintessentiële exponent van het modernisme in de muziek’ en legde hij Schönberg’s twaalftooncompositiemethode uit als het hoogtepunt van de poging om muziek “een autonome status en structurele zelfvoorziening te verlenen als antwoord op de alomtegenwoordige overheersing van de kapitalistische ideologie”. Adorno’s filosofische steun voor Schönberg zette de toon voor de wijdverbreide aanvaarding van Schönbergs systeem door latere generaties componisten en muziekcritici. [22] Sindsdien hebben talrijke musici Schönberg nagevolgd, en zijn avant-garde stijl heeft een grote invloed gehad op de naoorlogse muziekwereld.

Na de traditie te hebben vernietigd met moderne muziek, gebruikte de avant-garde kunst rock ‘n’ roll om de rol van klassieke muziek in het leven van de mensen te verdringen. Sidney Finkelstein, de belangrijkste muziektheoreticus van de Communistische Partij van de Verenigde Staten, verklaarde openlijk dat de grenzen tussen klassieke en populaire muziek moesten worden opgeheven. Rond diezelfde tijd kreeg de sterk ritmische rockmuziek steeds meer voet aan de grond in de Verenigde Staten, terwijl de klassieke en traditionele muziek werd verdrongen en gemarginaliseerd.

De kenmerken van rock ‘n’ roll zijn onder meer onharmonische klanken, ongestructureerde melodieën, sterke ritmische beats en emotionele conflicten – geheel vergelijkbaar met het communistische idee van strijd. Volgens de Verslagen van de Grote Geschiedschrijver van China’s meest vooraanstaande historicus uit de oudheid, Sima Qian, kan geluid alleen muziek worden genoemd als het in overeenstemming is met de moraal. Het leven en de composities van rock-‘n-roll-muzikanten zijn meestal gecentreerd rond seks, geweld en drugs.

Rock ‘n’ roll, samen met andere moderne geluiden zoals rap en hip-hop, bleven aan populariteit winnen in de Verenigde Staten. Rappers pronken met hun rebellie tegen traditie en maatschappij door hun losbandig gebruik van drugs, obsceen taalgebruik, en onhandelbaar, gewelddadig gedrag. Naarmate de moraal van de samenleving als geheel afneemt, zijn dergelijke ‘kunstvormen’, die voorheen werden beschouwd als het product van subculturen, doorgedrongen tot de bredere samenleving en worden ze zelfs gevraagd door de mainstream concertzalen.

Tot nu toe hebben wij ons geconcentreerd op de huidige omstandigheden in de wereld van kunst en muziek. In feite heeft de hele artistieke wereld grote veranderingen ondergaan, en de invloed van de moderne kunstbeweging kan worden gezien in de afwijking van traditionele ideeën, methoden en vaardigheden op gebieden als beeldhouwkunst, architectuur, dans, decoratie, design, fotografie, films en nog veel meer.

Veel mensen die zich bezighouden met moderne kunst zijn sterk beïnvloed door de communistische ideologie. De grondlegster van de moderne dans, Isadora Duncan, was bijvoorbeeld openlijk biseksueel en atheïst. Ze had bezwaar tegen ballet en noemde het lelijk en onnatuurlijk. In 1921 voerden zij en 150 kinderen met nauwelijks enige dansopleiding haar werk ‘Internationale’ op, op het communistische volkslied, in Moskou voor elites van de Communistische Partij, waaronder Vladimir Lenin. [23]

De reden waarom deze afwijkingen bestaan en trendy, of zelfs mainstream worden, hangt nauw samen met de corruptie van de goddelijk geïnspireerde traditionele kunsten door het communisme. Oppervlakkig gezien is dit natuurlijk niet duidelijk, en lijkt het te gaan om een vorm van zelfbedrog die algemeen aanvaard is – het idee is dat als er een theorie achter zit, het kunst is.

Als men goed kijkt naar de verschillen tussen avant-garde en traditionele kunst, zal men ontdekken dat de kunstenaars van de Renaissance de kunst niet alleen gebruikten om God te loven, maar ook schoonheid presenteerden op een verheffende manier die gevoelens van waarheid en goedheid in het menselijk hart teweegbracht. Op die manier hielp hun kunst de moraal van de maatschappij in stand te houden.

Aan de andere kant proberen de verschillende gemuteerde vormen van avant-garde alle verworvenheden van de Renaissance omver te werpen, “het verheffende – dus burgerlijke – potentieel van kunst, literatuur en muziek te vernietigen, zodat de mens, beroofd van zijn band met het goddelijke, zijn enige creatieve optie ziet in politieke opstand”. Lelijkheid die “zo zorgvuldig is gevoed door de Frankfurter Schule [heeft] onze hoogste culturele inspanningen gecorrumpeerd,” en populaire cultuur wordt op haar beurt “openlijk beestachtig,” schreef een academicus. [24] Het bewonderen en verafgoden van zulke lelijkheid brengt de duistere kant van mensen naar boven; decadente, verdorven, gewelddadige, slechte en andere negatieve gedachten krijgen de overhand. Het najagen van dergelijke lelijkheid heeft geleid tot het deconstrueren en lelijk maken van taferelen van het goddelijke, de eigen goddelijke natuur van de mensheid, de moraal en de samenleving, en zelfs tot rechtstreekse laster tegen het goddelijke. Dit heeft de mens niet alleen vervreemd van het goddelijke, maar ook van zijn aangeboren goddelijke natuur, de maatschappij en de traditionele waarden.

d. De pervertering van literatuur

Literatuur is een bijzondere kunstvorm. Zij gebruikt taal om de wijsheid door te geven die het goddelijke aan de mensheid heeft geschonken, en om de vormende ervaringen van de mensheid vast te leggen. De twee grote heldendichten uit het oude Griekenland, De Ilias en De Odyssee, geven beide een beeld van de complexe reeks gebeurtenissen rond de Trojaanse oorlog en schetsen op levendige wijze een historisch epos van goden en mensen. De deugden van moed, grootmoedigheid, wijsheid, rechtvaardigheid en gematigdheid die in de epen werden geprezen, werden een belangrijke bron van waarden voor de Griekse wereld en de gehele westerse beschaving.
Vanwege de grote invloed die de literatuur heeft, gebruiken kwaadwillende elementen haar om de mensen te beheersen, door het verzinnen en promoten van geschreven werken die de ideologie van het communisme overbrengen, de traditionele cultuur belasteren, de moraal van de mensen vernietigen, en pessimisme en een houding van passiviteit en zinloosheid ten opzichte van het leven verspreiden. Literatuur is één van de belangrijkste instrumenten geworden die het communisme gebruikt om de wereld te beheersen.

In de geschiedenis van de Sovjet-Unie en de CCP gaven de respectieve communistische partijen, om het grote publiek te hersenspoelen, hun intellectuelen de opdracht om het leven van het proletariaat en het concept van klassenbewustzijn te portretteren met gebruik van traditionele technieken om de ideologie en het beleid van de communistische partij uit te leggen. Dit gaf aanleiding tot een groot aantal propagandistische literaire werken, waaronder de Sovjet-romans ‘De ijzeren vloed’ en ‘Hoe het staal werd getemperd’, en de CCP-werken ‘Het lied van de jeugd’, ‘De zon schijnt op de Sanggan-rivier’ en andere, die alle een enorme impact hadden. Communistische partijen noemen deze stijl van werken ‘socialistisch realisme’. Mao veralgemeende de functie ervan als ‘dienstbaar aan de arbeiders, boeren en soldaten’, dienstbaar aan ‘het proletariaat’. [25] Het vermogen van dit soort literatuur om ideologie bij te brengen is duidelijk en welbegrepen. Maar het gebruik van literatuur door het communisme om de mensheid te vernietigen is niet beperkt tot dit type.

Hieronder volgt een samenvatting van enkele van de belangrijkste doelstellingen en effecten van de door de communisten beïnvloede literatuur.

Literatuur gebruiken om traditie te vernietigen

Een belangrijke stap in de vernietiging van de mensheid is het belasteren van de traditionele beschavingen die het goddelijke aan de mensheid heeft geschonken. Zowel in China als in het Westen maken communistische elementen gebruik van intellectuelen met moderne gedachten om werken te scheppen en te promoten die de traditionele cultuur verdraaien of belasteren.

Tijdens China’s Nieuwe Cultuur Beweging werd de schrijver Lu Xun beroemd door zijn venijnige aanval op traditie en het aan de kaak stellen van de Chinese oudheid. In zijn eerste roman, ‘Dagboek van een dode’, liet hij de hoofdpersoon verklaren dat de hele Chinese geschiedenis kon worden samengevat in twee karakters: ‘Etende mensen’. Lu Xun werd door Mao geprezen als “de grootste en moedigste vaandeldrager van deze nieuwe culturele kracht” en “de hoofdcommandant van China’s Culturele Revolutie”. Mao zei ook: “De weg die hij nam was de eigenlijke weg van China’s nieuwe nationale cultuur.” [26]

In Europa publiceerde de Italiaanse dichter Filippo Tommaso Marinetti in 1909 het Futuristisch Manifest, waarin hij opriep tot de totale verwerping van traditie en de verheerlijking van machines, technologie, snelheid, geweld en concurrentie. De Russische dichter en communist Vladimir Majakovski publiceerde in 1913 het manifest ‘Een klap in het gezicht van de publieke smaak’, waarin hij uiting gaf aan zijn vastbeslotenheid om te breken met de traditionele Russische literatuur.

Afschuwelijke portretten als ‘realiteit’ verdedigen

Vandaag de dag gebruiken intellectuelen en kunstenaars de literatuur en de kunsten om dingen of scènes af te beelden die lelijk, vreemd en angstaanjagend zijn, met het excuus dat zij de dingen slechts laten zien zoals zij werkelijk zijn.

Traditionele kunst straalt harmonie, gratie, helderheid, terughoudendheid, gepastheid, evenwicht, universaliteit en idealen uit, die selectie en keuze vereisen. In de ogen van moderne kunstenaars kunnen dergelijke werken niet als echt worden beschouwd. Deze opvatting komt echter voort uit een misverstand over de oorsprong en de functie van kunst. Kunst komt voort uit het alledaagse leven, maar moet het alledaagse leven overstijgen, zodat zij zowel kan verrukken als onderrichten. Daarom moeten kunstenaars tijdens het scheppingsproces selecteren, verfijnen en verwerken wat zij willen afbeelden.

Blindelings focussen op de opvatting van realisme beperkt kunstmatig de grenzen van leven en kunst. Als dit soort realisme kunst is, dan is wat iedereen ziet en hoort allemaal kunst – in dat geval, waarom tijd en geld besteden aan het opleiden van kunstenaars?

Morele waarden corrumperen

Voorwendsels als ‘het ware zelf tot uitdrukking brengen’ en de ‘stroom van bewustzijn’ de vrije loop laten, hebben de mensen ertoe gebracht de traditionele morele normen te laten varen en zich over te geven aan de demonische kant van de menselijke natuur.

De Franse communist en dichter André Breton definieerde het surrealisme als “het psychisch automatisme in zijn zuivere vorm, waarmee men – verbaal, door middel van het geschreven woord, of op welke andere wijze dan ook – de eigenlijke werking van het denken wil uitdrukken. Gedicteerd door het denken, in afwezigheid van enige controle uitgeoefend door de rede, vrij van elke esthetische of morele bekommernis.” [27]

Het ‘stroom-van-bewustzijn’ schrijven en het surrealistische ‘automatisch schrijven’ zijn nauw verwant. Onder invloed van de psychopathologie van Sigmund Freud begonnen sommige schrijvers in het Westen vanaf het begin van de twintigste eeuw te experimenteren met ‘stroom-van-bewustzijn’ schrijven. Dergelijke geschriften hebben gewoonlijk eenvoudige verhaallijnen en concentreren zich op de innerlijke en privé-gedachtenprocessen van onbeduidende personages (anti-helden) door middel van verhalen die zijn samengesteld uit meanderende gedachten.

In de mens schuilt zowel het vermogen tot goedheid als tot kwaad. Een leven moet gewijd zijn aan de voortdurende verheffing van morele normen en het cultiveren van deugdzaamheid door zelfbeheersing. In de moderne samenleving hebben veel mensen slechte gedachten en verlangens. Het openbaar maken daarvan staat gelijk aan het vervuilen van de samenleving.

De duistere kant van de mens ontketenen als kritiek en protest

Schrijvers en kunstenaars in de westerse vrije wereld, onder invloed van anti-traditionalistische sentimenten, beschouwen alle wetten, voorschriften en morele codes als beperkend en onderdrukkend. Zij zien problemen met de moderne maatschappij en de zwakheden van de menselijke natuur, maar in plaats van deze rationeel aan te pakken, bevorderen zij extreem individualisme door middel van kritiek en protest, waarbij zij zich overgeven aan hun persoonlijke verlangens.

Zij gebruiken ontaarde middelen om zogenaamd verzet te uiten, terwijl zij de duistere kant van hun natuur versterken, zich overgeven aan haat, luiheid, begeerte, lust, agressie en het najagen van roem. Een gebrek aan morele zelfbeheersing zal geen maatschappelijke problemen oplossen; het kan ze alleen maar verergeren.

Tijdens de tegencultuurbeweging van de jaren zestig werd de Amerikaanse dichter Allen Ginsberg de vertegenwoordiger van de Beat Generation en wordt hij tot op de dag van vandaag vereerd door hen die zich willen afzetten tegen de maatschappij. Zijn gedicht ‘Howl’ beschrijft extreme levensstijlen en mentale toestanden, waaronder alcoholisme, seksuele promiscuïteit, drugs, sodomie, zelfverminking, prostitutie, naaktlopen, gewelddadige mishandeling, diefstal, zwerven en waanzin.

Toen de tegencultuurbeweging geïnstitutionaliseerd werd, werd ‘Howl’ beschouwd als een literaire klassieker en werd opgenomen in talrijke literatuurcollecties. Ginsberg gaf toe dat hij communist was geweest toen hij ‘een kind was’ en dat hij daar geen spijt van had. [28] Hij verafgoodde Fidel Castro en andere communistische dictators en propageerde op grote schaal homoseksualiteit en pedofilie. Ginsberg is een duidelijke vertegenwoordiger van de raakvlakken tussen communisme en extreem individualisme.

Pornografie verspreiden

Vanaf het begin van de twintigste eeuw begon expliciet seksuele inhoud op te duiken in literaire werken, waarvan sommige vol zaten met dergelijke inhoud en toch nog werden geprezen als klassiekers. Veel commentatoren en geleerden lieten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid varen en prezen dergelijke pornografische werken als echte, artistieke meesterwerken. Een groot deel van de traditionele moraal is gebaseerd op juiste verhoudingen tussen de seksen en zelfbeheersing. Het doorbreken van dergelijke beperkingen – met welke nobel klinkende rechtvaardiging dan ook – ondermijnt en vernietigt de moraal.

Mensen ontmenselijken

In de afgelopen decennia, toen de cultuur steeds meer in de war raakte, zijn er veel fictie genres opgedoken, waaronder thrillers en werken over horror, het bovennatuurlijke en fantasy. Via dergelijke werken kunnen elementen van een laag niveau de geest en het lichaam van mensen beheersen, wat leidt tot de ontmenselijking van de mens.

Een blok ijs van een halve meter ontstaat niet na één dag kou, zo luidt een gezegde. Er is een lange periode voor nodig, en de betrokkenheid van vele domeinen, om literatuur zo ver te laten degraderen dat het een instrument voor het kwaad wordt. De Romantiek verruimde de aandacht van de literatuur voor het privé- en innerlijk leven van mensen, en sommige lelijke en bizarre verschijnselen – waaronder extreme en krankzinnige menselijke geestestoestanden – werden voor publieke consumptie gepresenteerd. Verscheidene Britse romantische dichters werden collectief ‘de Satanische School’ genoemd vanwege de immorele inhoud van hun gedichten.

Het realisme gebruikt het excuus van de weergave van de werkelijkheid om de ontaarde kant van de menselijke natuur tot uitdrukking te brengen. Zo leggen bepaalde werken de nadruk op verwrongen gedachten en immoreel gedrag. Een criticus noemde het realisme ‘romantiek op vier poten’. [29]

De filosofie van het naturalisme, zoals gepromoot door Jean-Jacques Rousseau, schreef het verval van de menselijke moraal toe aan de sociale omgeving en de genetica van het gezin, waardoor de morele verantwoordelijkheid van het individu werd weggenomen. Het estheticisme roept op tot ‘kunst om de kunst’, en beweert dat kunst slechts bedoeld is om zintuiglijke prikkels te geven en geen morele imperatief heeft.

In feite heeft alle kunst subtiele, diepgaande en langdurige effecten op het morele kompas. Het ontkennen van de morele verantwoordelijkheid van kunst is een deur openzetten waarlangs immoraliteit binnensluipt. Hoewel verschillende literaire scholen enkele werken van hoge kwaliteit hebben voortgebracht, hebben zij ook afschuwelijke werken voortgebracht. De negatieve elementen zijn duidelijk het resultaat van afnemende morele normen en zij hebben effectief de weg geplaveid voor de communistische ideologie om de mensheid via de literatuur te vernietigen.

Wanneer iemand schrijft, worden zijn of haar morele norm en geestelijke toestand weerspiegeld in zijn of haar werk. Met het algehele verval van de menselijke moraal, neemt de negatieve mentaliteit van schrijvers een overheersende plaats in. Dit heeft talrijke werken doen ontstaan die, in plaats van het goede in de mens naar boven te halen, de mens naar de hel trekken.

4. De ware kunst doen herleven

De kracht van kunst is enorm. Goede kunst kan het menselijk hart rectificeren, moraliteit verheffen, yin en yang harmoniseren, en zelfs mensen in staat stellen zich te verbinden met hemel, aarde en goddelijke wezens.

In de vorige eeuw heeft het spook van het communisme geprofiteerd van de duivelse aard en de boosaardigheid van de mens, waardoor een enorme verscheidenheid aan zogenaamde ‘kunst’ is ontstaan. Mensen werden ertoe aangezet in opstand te komen tegen het goddelijke en het te belasteren, zich te verzetten tegen traditie en de moraal omver te werpen. Dit had het uiteindelijke effect dat grote delen van de samenleving demonisch werden, in een mate die diep schokkend zou zijn geweest voor iemand die in een vorig tijdperk leefde.

Vergeleken met de schoonheid van traditionele kunst zijn moderne werken extreem lelijk. De menselijke esthetische normen zijn vernietigd. De avant-garde is mainstream geworden en brengt enorme sommen geld in het laatje, terwijl de traditionele, rechtschapen kunst is gedenigreerd.

Kunsten zijn gemanipuleerd tot een middel voor mensen om hun verlangens uit te leven en hun duivelse aard te uiten. De grens tussen schoonheid en lelijkheid, sierlijkheid en vulgariteit, goedheid en kwaad, is vervaagd of zelfs uitgewist. Groteskheid, chaos en duisternis hebben de plaats ingenomen van universele waarden. De menselijke samenleving is vervuld van demonische boodschappen, en de mens wordt langs een pad van decadentie en vernietiging geleid.

Alleen door de moraal te verheffen en terug te keren tot geloof en traditie zal de mensheid in staat zijn een nieuwe renaissance in de kunsten mee te maken. Alleen dan zullen we allemaal de schoonheid, edelheid en pracht zien van wat kunst kan zijn en bedoeld is te zijn.


Hoofdstuk 10Hoofdstuk 12 (Deel 1)

Referenties

1. ‘Record of Music’, in Classic of Rites, vertaling. James Legge, Chinese Text Project, geraadpleegd op 8 mei 2020, https://ctext.org/liji/yue-ji?filter=435370&searchmode=showall#result.

2. Confucius 孔子, Lun Yu 論語 [De Analecten van Confucius] (New York: Ballantine Books, 1999), 3.14. [In Chinees]

3. Sima Qian, ‘Een verhandeling over muziek’, in Records of the Grand Historian, vertaling Burton Watson, vol. 24, 3rd ed. (New York: Columbia University Press, 1995).

4. Ouyang Xiu 歐陽脩 en Song Qi 宋祁, Xin Tang 新唐書 [Nieuw Boek van Tang], vol. 237 (1060). [In Chinees]

5. Robert McKee, Story: Style, Structure, Substance, and the Principles of Screenwriting (New York: ReganBooks, 1997), 129-130.

6. Yingshou Xing e.a., ‘Mozart, Mozart Rhythm and Retrograde Mozart Effects: Evidences from Behaviours and Neurobiology Bases’, in Scientific Reports, vol. 6 (21 januari 2016), https://www.nature.com/articles/srep18744.

7. David Noebel, The Marxist Minstrels: A Handbook on Communist Subversion of Music (Tulsa, OK: American Christian College Press, 1974), 58-59.

8. David Cloud, Rock Music and Suicide’, Way of Life Literature, 20 december 2000, https://www.wayoflife.org/reports/rock_music_and_suicide.html.

9. Val Williams, ‘Leni Riefenstahl: Film-maker Who Became Notorious as Hitler’s Propagandist’, The Independent, 10 september 2003, https://web.archive.org/web/20090830045819/http://www.independent.co.uk/news/obituaries/leni-riefenstahl-548728.html.

10. Mao Zedong, ‘Talks at the Yenan Forum on Literature and Art’, in Selected Works of Mao Tse-Tung (Beijing: Foreign Languages Press), Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 23 april 2020, https://www.marxists.org/reference/archive/mao/selected-works/volume-3/mswv3_08.htm.

11. PragerU, ‘Why Is Modern Art So Bad?’, YouTube, 1 september 2014, https://www.youtube.com/watch?v=lNI07egoefc.

12. Herbert Marcuse, The Aesthetic Dimension: Toward a Critique of Marxist Aesthetics (Boston: Beacon Press, 1978), ix.

13. Jackson Spielvogel, Western Civilization: Volume C: Since 1789 (Verenigde Staten: Cengage Learning, 2010), 698.

14. Pablo Picasso, “Why I Became a Communist” (1945), zoals geciteerd in “Picasso, the FBI, and Why He Became a Communist,” Meyer Schapiro Collection at Columbia University’s Rare Book & Manuscript Library, 24 februari 2010, geraadpleegd op 11 juli 2018, https://blogs.cul.columbia.edu/schapiro/2010/02/24/picasso-and-communism.

15. Robert Hughes, The Shock of the New: The Hundred-Year History of Modern Art—Its Rise, Its Dazzling Achievement, Its Fall (Londen: Knopf, 1991), 24.

16. Richard Huelsenbeck en Raoul Hausmann, ‘What Is Dadaism and What Does It Want in Germany?’, in Charles Harrison en Paul Wood, Art in Theory, 1900-2000: An Anthology of Changing Ideas, 2e editie (Malden, Mass, Oxford: Blackwell Pub, 2003).

17. Joseph Beuys, zoals geciteerd in “Joseph Beuys: The Revolution Is Us,” Tate.org, 23 februari 1993, https://www.tate.org.uk/whats-on/tate-liverpool/exhibition/joseph-beuys-revolution-us.

18. Waldemar Januszczak, zoals geciteerd in Ben Cade, “Zhu Yu: China’s Baby-Eating Shock Artist Goes Hyperreal,” Culture Trip, 5 oktober 2016, https://theculturetrip.com/asia/china/articles/zhu-yu-china-s-baby-eating-shock-artist-goes-hyperreal.

19. John Wiiliam Godward, zoals geciteerd in Brad Smithfield, ‘”The World Is Not Big Enough for Me and a Picasso”: The Life and Artwork of John William Godward’, The Vintage News, 10 januari 2017, https://www.thevintagenews.com/2017/01/10/world-not-big-enough-picasso-life-artwork-john-william-godward.

20. Walter Frisch, ed., Schönberg and His World (Princeton, NJ: Princeton University Press, 1999), 94.

21. Norman Lebrecht, ‘Why We’re Still Afraid of Schoenberg’. The Lebrecht Weekly, 8 juli 2001, http://www.scena.org/columns/lebrecht/010708-NL-Schoenberg.html.

22. Golan Gur, ‘Arnold Schoenberg and the Ideology of Progress in Twentieth-Century Musical Thinking’, Search: Journal for New Music and Culture, 5 (zomer 2009), http://www.searchnewmusic.org/gur.pdf.

23. Julia Mickenberg, American Girls in Red Russia: Chasing the Soviet Dream (Verenigde Staten: University of Chicago Press, 2017), 216-217.

24. Michael Minnicino, ‘The New Dark Age: The Frankfurt School and ‘Political Correctness’’, in Fidelio Magazine 1, no.1 (Winter 1992), geraadpleegd op 24 april 2020, http://archive.schillerinstitute.org/fid_91-96/921_frankfurt.html.

25. Mao Zedong, ‘Talks at the Yenan Forum’.

26. Mao Zedong, ‘On New Democracy’, in Selected Works of Mao Tse-Tung (Beijing: Foreign Languages Press, 1942), Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 24 april 2020, https://www.marxists.org/reference/archive/mao/selected-works/volume-2/mswv2_26.htm.

27. André Breton, Manifestoes of Surrealism, vertaling Richard Seaver en Helen Lane (Ann Arbor, MI: University of Michigan Press, 1969), 26.

28. Allen Ginsberg, ‘America’, Selected Poems 1947-1995 (New York: HarperCollins Publishers Inc., 2001).

29. Irving Babbitt, Rousseau and Romanticism (Boston: Houghton Mifflin, 1919), 104.

中文正體