Hoofdstuk zeven: De vernietiging van het gezin (Deel 2)

Inhoudstafel (vervolg)

4. Hoe communisme gezinnen vernietigt in het Westen (vervolg)
b. Feminisme bevorderen en het traditionele gezin verwerpen
c. Homoseksualiteit promoten om het gezin te ondermijnen
d. Het bevorderen van echtscheiding en abortus
e. Gebruik van het socialezekerheidsstelsel om eenoudergezinnen aan te moedigen
f. Bevordering van ontaarde cultuur

5. Hoe de Chinese Communistische Partij gezinnen vernietigt
a. Het uiteenrijten van gezinnen in naam van gelijkheid
b. Echtgenoten en echtgenotes tegen elkaar opzetten
c. Gedwongen abortus gebruiken voor bevolkingsbeperking 

6. De gevolgen van de aanval van het communisme op het gezin

Referenties

****

4. Hoe communisme gezinnen vernietigt in het Westen (vervolg)

b. Feminisme bevorderen en het traditionele gezin verwerpen

Communistische ideologie achter de feministische beweging

De feministische beweging is een ander instrument dat door het communisme is gebruikt om het gezin te vernietigen. Toen de feministische beweging in de achttiende eeuw in Europa begon (ook bekend als het feminisme van de eerste golf), bepleitte zij dat vrouwen op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid en politiek dezelfde behandeling moesten krijgen als mannen. In het midden van de negentiende eeuw verschoof het centrum van de feministische beweging van Europa naar de Verenigde Staten.

Toen het feminisme van de eerste golf begon, had het idee van het traditionele gezin nog een sterke basis in de samenleving, en de feministische beweging pleitte er niet voor om dit rechtstreeks aan te vechten. De invloedrijke feministen uit die tijd, zoals Mary Wollstonecraft uit het achttiende-eeuwse Engeland, Margaret Fuller uit het negentiende-eeuwse Amerika en John Stuart Mill uit het negentiende-eeuwse Engeland, pleitten er allemaal voor dat vrouwen in het algemeen voorrang gaven aan het gezin na het huwelijk, dat het potentieel van vrouwen binnen het domein van het gezin ontwikkeld moest worden en dat vrouwen zichzelf moesten verrijken (bijvoorbeeld via onderwijs) ten behoeve van de verbetering van het gezin. Deze vroege feministen geloofden dat vrouwen met een bijzonder talent niet moesten worden beperkt door sociale normen, en vrij moesten zijn om hun talent te ontwikkelen in omgevingen waarin overwegend mannen actief waren.

Het feminisme van de eerste golf stierf uit met de afkondiging van het vrouwenkiesrecht in veel landen, aangezien het doel om mannen en vrouwen voor de wet gelijk te stellen was bereikt. In de daaropvolgende jaren, met de gevolgen van de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog, werd de feministische beweging effectief in de ijskast gezet.

Maar het communisme was al ver van tevoren begonnen met het zaaien van de ondergang van het traditionele huwelijk en de seksuele ethiek. De vroege utopische socialisten in de negentiende eeuw legden de basis voor moderne radicale feministische bewegingen. Fourier, die ‘de vader van het feminisme’ werd genoemd, verklaarde dat het huwelijk vrouwen tot privé-eigendom maakte. Owen vervloekte het huwelijk als het kwaad. De ideeën van deze utopische socialisten werden geërfd en verder ontwikkeld door latere feministen, waaronder bijvoorbeeld Frances Wright, die de ideeën van Fourier overnam en pleitte voor de seksuele vrijheid van vrouwen in de negentiende eeuw.

De Britse feministische activiste Anna Wheeler erfde de ideeën van Owen en veroordeelde het huwelijk fel omdat het vrouwen tot slaven zou maken. Socialistische feministische activisten waren ook een belangrijk onderdeel van de feministische beweging in de negentiende eeuw. Tot de invloedrijkste feministische publicaties in Frankrijk in die tijd behoorden La Voix des Femmes, La Femme Libre (later omgedoopt tot La Tribune des Femmes), en La Politique des Femmes. De oprichters van deze publicaties waren aanhangers van Fourier of van Henri de Saint-Simon, een voorstander van het moderne industriële socialisme.

Toen de eerste golf van vrouwenrechtenbewegingen in volle gang was, maakten communisten afspraken om met allerlei radicale gedachten de traditionele opvattingen over gezin en huwelijk aan te vallen, waarmee de weg werd vrijgemaakt voor de radicalere feministische beweging die volgde.

De tweede golf feministische bewegingen begon eind jaren zestig in de Verenigde Staten, verspreidde zich vervolgens naar West- en Noord-Europa en breidde zich al snel uit over de hele westerse wereld. De Amerikaanse samenleving maakte eind jaren zestig een roerige periode door, met de burgerrechtenbeweging, de anti-Vietnamoorlogsbeweging en diverse radicale sociale tendensen. In deze unieke omstandigheden ontstond een meer radicale vorm van feminisme, die populair werd.

De hoeksteen van deze golf van feministische bewegingen was het boek The Feminine Mystique van Betty Friedan, gepubliceerd in 1963, en de National Organization for Women (NOW), die zij mede oprichtte. Friedan uitte felle kritiek op de traditionele gezinsrollen van vrouwen en stelde dat het klassieke beeld van een tevreden en gelukkige huisvrouw een mythe was die was gesmeed door een patriarchale samenleving. Ze stelde dat het middenklasse huis in de voorsteden ‘een comfortabel concentratiekamp’ was voor Amerikaanse vrouwen, en dat modern opgeleide vrouwen het gevoel van vervulling, bereikt door het ondersteunen van hun echtgenoten en het opvoeden van hun kinderen, zouden moeten verwerpen, en in plaats daarvan hun waarde buiten het gezin zouden moeten realiseren. [21]

Een paar jaar later domineerden nog radicalere feministen NOW, die de ideeën van Friedan erfden en verder ontwikkelden. Zij zeiden dat vrouwen al sinds de oudheid door het patriarchaat onderdrukt werden en schreven de hoofdoorzaak van de onderdrukking van vrouwen toe aan het gezin. Als reactie hierop pleitten zij voor de volledige transformatie van het sociale systeem en de traditionele cultuur, en strijd op alle gebieden van menselijke aangelegenheden – economie, onderwijs, cultuur en het gezin – om de gelijkheid van vrouwen te bereiken. [22]

Het indelen van de leden van een samenleving in ‘de onderdrukkers’ en ‘de onderdrukten’, om te pleiten voor strijd, bevrijding en gelijkheid, is precies wat het communisme doet. Het traditionele marxisme deelt groepen in op basis van hun economische status, terwijl neofeministische bewegingen mensen indelen op basis van geslacht.

Friedan was niet, zoals haar boek beschreef, een huisvrouw uit de voorsteden van de middenklasse die zich verveelde met huishoudelijk werk. Daniel Horowitz, professor aan het Smith College, schreef in 1998 een biografie over Friedan onder de titel Betty Friedan and the Making of ‘The Feminine Mystique’. Uit zijn onderzoek bleek dat Friedan, onder haar meisjesnaam Betty Goldstein, vanaf haar studietijd tot in de jaren vijftig een radicaal socialistisch activiste was geweest. Toen ze aan de Universiteit van Californië-Berkeley studeerde, was Friedan lid van de Young Communist League en ze heeft zelfs tweemaal verzocht om lid te worden van de Communist Party USA (CPUSA). Friedan’s geautoriseerde biograaf, Judith Hennessee, geeft ook aan dat Friedan een marxist was. Op verschillende momenten was ze beroepsjournaliste – of, beter gezegd, propagandiste – voor verschillende radicale vakbonden die banden hadden met de CPUSA. [23] [24]

De Amerikaanse wetenschapster Kate Weigand wijst erop in haar boek Red Feminism: American Communism and the Making of Women’s Liberation dat het feminisme in de Verenigde Staten van het begin van de twintigste eeuw tot in de jaren zestig niet stil heeft gezeten. In die periode maakte een grote groep feministische schrijfsters met een communistische achtergrond de weg vrij voor de daaropvolgende tweede-golf feministische beweging, waaronder Susan B. Anthony, Betty Millard en Eleanor Flexner. Al in 1946 paste Anthony de marxistische analytische methode toe om een analogie te trekken tussen blanken die zwarten onderdrukken en mannen die vrouwen onderdrukken. Het McCarthyisme in die periode zorgde ervoor dat dergelijke schrijfsters hun communistische achtergrond verborgen hielden. [25]

In Europa luidde het iconische werk Le deuxième sexe van de Franse schrijfster Simone de Beauvoir uit 1949 een rage in voor de tweede golf van het feminisme. De Beauvoir was socialiste en in 1941 richtte zij samen met de communistische filosoof Jean-Paul Sartre en andere schrijvers Socialisme et Liberté op, een Franse ondergrondse socialistische organisatie. Toen haar reputatie als feministe in de jaren ’60 begon te groeien, verklaarde de Beauvoir dat ze niet langer in het socialisme geloofde en beweerde ze dat ze slechts een feministe was.

Zij zei: “Men wordt niet geboren als vrouw, maar men wordt het.” Zij stelde dat, terwijl geslacht wordt bepaald door fysiologische kenmerken, gender een zelfgepercipieerd psychologisch concept is, gevormd onder invloed van de menselijke sociale omgang. Ze geloofde dat gehoorzaamheid, onderdanigheid, genegenheid en moederschap allemaal afgeleid zijn van de ‘mythe’ die het patriarchaat zorgvuldig heeft ontworpen voor zijn onderdrukking van vrouwen, en pleitte ervoor dat vrouwen de traditionele opvattingen doorbreken en hun ongeremde zelf verwezenlijken.

Sindsdien is er een constante stroom geweest van verschillende opkomende feministische gedachten, die allemaal de wereld bekijken door de lens van vrouwen die onderdrukt worden door een patriarchaat binnen het instituut van het traditionele gezin – waardoor het gezin uiteindelijk een obstakel vormt voor de verwezenlijking van vrouwelijke gelijkheid. [26]

Veel hedendaagse radicale feministen zijn van mening dat vrouwen door het huwelijk aan banden worden gelegd door hun echtgenoten, en noemen het instituut zelfs een vorm van prostitutie. Net als de vroege communistische utopisten die spraken over ‘gedeelde echtgenotes’ of de ‘gemeenschap van vrouwen’, pleiten zij voor ‘open relaties’ en ongeremde seksuele activiteit.

Resultaten van de Feministische Beweging

Feminisme is thans in alle sectoren van de samenleving wijdverbreid. Een belangrijke stelling van het hedendaagse feminisme is dat afgezien van de fysiologische verschillen in de voortplantingsorganen van mannen en vrouwen, alle andere fysieke en psychologische verschillen tussen mannen en vrouwen sociale en culturele constructies zijn. Volgens deze logica zouden mannen en vrouwen volledig gelijk moeten zijn in alle aspecten van het leven en de samenleving, en zijn alle uitingen van ‘ongelijkheid’ tussen mannen en vrouwen het resultaat van een cultuur en samenleving die onderdrukkend en seksistisch zijn.

Het aantal mannen dat bijvoorbeeld werkt als leidinggevende in grote bedrijven, als hooggeplaatst academicus aan elite-universiteiten of als hoge regeringsfunctionaris is veel groter dan het aantal vrouwen in vergelijkbare functies. Veel feministen geloven dat dit in de eerste plaats het gevolg is van seksisme, terwijl in feite een eerlijke vergelijking tussen de seksen alleen kan worden gemaakt wanneer rekening wordt gehouden met factoren als bekwaamheid, werktijden, arbeidsethos, levensdoelen, enzovoort. Succes in hoge posities vereist vaak langdurig en intensief overwerken – het opofferen van weekeinden en avonden, het bijwonen van plotselinge spoedvergaderingen, frequente zakenreizen, enzovoort.

Het krijgen van kinderen heeft de neiging de carrière van een vrouw te onderbreken, en vrouwen zijn geneigd tijd te reserveren om bij hun gezin en kinderen te zijn in plaats van zich volledig aan hun werk te wijden. Bovendien hebben mensen die geschikt zijn om hoge posities te bekleden de neiging om sterke en krachtige persoonlijkheden te hebben, terwijl vrouwen de neiging hebben om inschikkelijker te zijn. Feministen beschouwen de neiging van vrouwen om zachtaardig te zijn en zich te oriënteren op gezin en kinderen echter als eigenschappen die hen zijn opgelegd door een seksistische samenleving. Volgens feministen zouden door de overheid gefinancierde diensten zoals dagopvang en andere vormen van welzijn deze verschillen moeten compenseren.

Het hedendaagse feminisme kan geen enkele verklaring voor de verschillen tussen mannen en vrouwen verdragen die gebaseerd is op natuurlijke fysiologische of psychologische eigenschappen. Volgens deze ideologie moet alle schuld worden gelegd bij sociale conditionering en traditionele waarden.

Op een academische conferentie in 2005 zette Lawrence Summers, toenmalig voorzitter van de Harvard Universiteit, uiteen waarom vrouwen minder kans maken dan mannen om les te geven in de exacte wetenschappen en wiskunde aan topuniversiteiten. Summers wees niet alleen op de tachtig uur per week en de onvoorspelbare werkroosters die voor deze functies vereist zijn (tijd die de meeste vrouwen zouden reserveren voor hun gezin), maar stelde ook dat mannen en vrouwen gewoon verschillen in hun bekwaamheid in gevorderde wetenschap en wiskunde, en dat discriminatie niet langer een belemmering vormt. [27]

Summers ondersteunde zijn argumenten met relevante studies maar werd toch het mikpunt van protesten door de grote feministische organisatie NOW. De groep beschuldigde hem van seksisme en eiste zijn ontslag. Summers kreeg veel kritiek in de media en moest zich publiekelijk verontschuldigen voor zijn uitspraken. Vervolgens kondigde hij aan dat Harvard 50 miljoen dollar zou uittrekken om de diversiteit van de faculteit te vergroten. [28]

In 1980 publiceerde het tijdschrift Science een onderzoek waaruit bleek dat mannelijke en vrouwelijke middelbare scholieren aanzienlijke verschillen vertoonden in hun wiskundig redeneervermogen, waarbij jongens beter presteerden dan meisjes. [29] Een latere studie die de SAT wiskunde test scores vergeleek vond dat mannelijke examenkandidaten vier keer meer kans hadden dan vrouwen om een score hoger dan 600 te halen. Deze kloof werd nog extremer bij de 700-punts drempel, waar dertien keer meer mannelijke test-deelnemers zulke hoge scores behaalden dan vrouwen. [30]

Hetzelfde onderzoeksteam voerde in 2000 een andere studie uit en stelde vast dat zowel mannen als vrouwen die blijk gaven van wiskundig genie in hun SAT-scores, de neiging hadden hogere graden te behalen in wetenschappen en wiskunde-gerelateerde gebieden, en tevreden waren met hun prestaties. [31]

In sommige rapporten wordt opgemerkt dat de behandeling van Summers na zijn toespraak in 2005 overeenkomt met het heropvoedingsbeleid dat communistische regimes hanteren om dissidenten te onderdrukken. Zelfs toen de oorzaken van de ongelijkheid nog niet waren vastgesteld, werden gelijke resultaten afgedwongen door ‘diversiteit’ aan te moedigen – d.w.z. ervoor te zorgen dat er meer vrouwelijke docenten waren voor wiskunde en wetenschappen.

De banden tussen feminisme en socialisme zijn overduidelijk. Alexis de Tocqueville zei in 1848: “Democratie en socialisme hebben niets gemeen behalve één woord: gelijkheid. Maar let op het verschil: Terwijl de democratie gelijkheid zoekt door vrijheid, zoekt het socialisme gelijkheid door beperking en onderwerping.” [32]

Hoewel de redenen voor de psychologische en intellectuele verschillen tussen mannen en vrouwen niet voor de hand liggen, is het ontkennen van hun fysieke en reproductieve verschillen in strijd met de feiten. In zowel oosterse als westerse traditionele opvattingen zijn mannen beschermende figuren. Het is normaal dat brandweerlieden overwegend mannen zijn. Maar feministen, die geloven in absolute gelijkheid tussen mannen en vrouwen, eisen dat vrouwen traditioneel mannelijke taken op zich nemen, vaak met onverwachte resultaten.

In 2015 stond de brandweer van New York een vrouw toe om brandweerman te worden zonder te slagen voor de fysieke test, die onder meer vereist dat bepaalde taken worden uitgevoerd door een kandidaat die een zuurstoftank en andere apparatuur draagt – goed voor een gewicht van 50 kilo. De brandweer nam de vrouw deels in dienst om een rechtszaak te voorkomen, omdat feministische groeperingen al lang beweerden dat het lage percentage vrouwen dat bij de brandweer gaat werken te wijten is aan de hoge fysieke eisen van de brandweer. Andere brandweerlieden, waaronder vrouwen, die voor de test waren geslaagd, maakten zich zorgen over collega’s die niet aan de fysieke eisen konden voldoen. Zij zeiden dat dergelijke personen onvermijdelijk een last zouden zijn, en een gevaar voor het team en het publiek. [33]

In Australië hebben brandweerkorpsen in 2017 genderquota ingevoerd. Voor elke man die wordt aangenomen, moet ook een vrouw worden aangenomen. Om aan deze eis te voldoen, zijn er sterk verlaagde fysieke normen gesteld voor vrouwen, ondanks dat de gevaarlijke, hoog-stress baan hetzelfde is voor beide seksen. [34]

Deze onlogische campagne voor gelijkheid van resultaat hield daar niet op. De quota veroorzaakten wrijving tussen mannelijke en vrouwelijke brandweerlieden, die meldden dat hun mannelijke collega’s hen beschuldigden van ongeschiktheid en incompetentie. Feministische groeperingen vatten dit op als ‘pesten’ en ‘psychologische druk’. De situatie creëerde weer een nieuwe strijd voor feministen in hun ogenschijnlijke kruistocht voor gelijkheid.

Maar deze absurditeit is een opzettelijke stap van het communistische spook: Door het vermeende patriarchaat – dat wil zeggen de traditionele samenleving – aan te vechten, ondermijnt het feminisme het traditionele gezin op dezelfde manier als de klassenstrijd wordt gebruikt om het kapitalistische systeem te ondermijnen.

In de traditionele cultuur wordt het als vanzelfsprekend beschouwd dat mannen mannelijk en vrouwen vrouwelijk zijn. Mannen dragen verantwoordelijkheid voor hun gezin en gemeenschap door vrouwen en kinderen te beschermen – precies de patriarchale structuur die door het feminisme wordt betwist omdat zij mannen oneerlijke voordelen zouden bieden en vrouwen zou beperken. Feminisme heeft geen plaats voor de traditionele geest van ridderlijkheid of het gedrag van een gentleman. In een feministische wereld zouden de mannen aan boord van de zinkende Titanic hun plaatsen in de reddingsboten niet hebben opgeofferd om de vrouwelijke passagiers een betere overlevingskans te geven.

De kruistocht van het feminisme tegen het patriarchaat heeft een sterke invloed gehad op het onderwijs. Een gerechtelijke uitspraak van 1975 over een rechtszaak tegen de Pennsylvania Intercollegiate Athletic Association beval scholen om vrouwelijke studenten toe te staan “te oefenen en te concurreren met jongens” in sportteams en andere lichamelijke activiteiten, waaronder worstelen en American football. Meisjes mochten niet langer uitgesloten worden van een mannenteam op basis van geslacht alleen. [35]

In haar boek uit 2013, The War Against Boys: How Misguided Feminism Is Harming Our Young Men, betoogt de Amerikaanse wetenschapper Christina Hoff Sommers dat mannelijkheid onder vuur ligt. Ze laat de Aviation High School in Queens, New York, zien, die voornamelijk leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen accepteert. De school, die gespecialiseerd is in het aanleren van de structuur en functie van vliegtuigen via praktische projecten, legt de leerlingen hoge academische normen op en staat hoog genoteerd in de US News & World Report. De klas bestaat voor het overgrote deel uit mannen. Hoewel meisjes een kleiner percentage van de studenten uitmaken, leveren zij ook opmerkelijke prestaties en verdienen zij het respect van hun medestudenten en instructeurs.

Desondanks kreeg de Aviation High School te maken met toenemende kritiek en dreigementen met rechtszaken van feministische organisaties die eisten dat meer vrouwelijke studenten zouden worden toegelaten. Tijdens een rondetafelgesprek in het Witte Huis in 2009 richtte de oprichter van het National Women’s Law Center zich specifiek tegen de Aviation High School als een “flagrant voorbeeld van voortdurende segregatie in technische beroepsscholen”. De voorzitter van de White House Council on Women and Girls sloot de discussie af met de woorden: “We gaan niet op onze lauweren rusten totdat we absolute gelijkheid hebben, en zover zijn we nog niet.” [36]

Voor feministen komt het opvoeden van jongens tot mannelijke eigenschappen als onafhankelijkheid en avontuur, en het aanmoedigen van meisjes tot zachtaardigheid, voorzichtigheid en aandacht voor het gezin, neer op niets anders dan onderdrukking en seksistische ongelijkheid. Het moderne feminisme dwingt de samenleving naar een gender-vrije toekomst door de psychologische eigenschappen van mannen en vrouwen aan te vallen die kenmerkend zijn voor hun respectievelijke seksen. Dit heeft vooral ernstige gevolgen voor kinderen en jongeren die zich in hun vormende jaren bevinden.

In sommige Europese landen melden steeds meer kinderen dat zij het gevoel hebben in het verkeerde lichaam geboren te zijn. In 2009 ontving de Gender Identity Development Service (GIDS), gevestigd in de Tavistock and Portman NHS Foundation Trust in Londen, 97 verwijzingen voor geslachtsverandering. Tegen 2017 ontving GIDS jaarlijks meer dan 2.500 van dergelijke verwijzingen. [37]

Traditionele samenlevingen beschouwen de bevalling en de opvoeding van kinderen als heilige, door het goddelijke gewijde plichten van de vrouw. In de annalen van zowel het Oosten als het Westen stond achter elke held een grootse moeder. Het feminisme bestempelt deze traditie als patriarchale onderdrukking, en is van mening dat de verwachting dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen een belangrijk voorbeeld is van deze onderdrukking. De hedendaagse feministische literatuur staat bol van veroordelingen van het moederschap en het huwelijksleven als eentonig, saai en weinig bevredigend. De vooringenomenheid van deze visie blijkt duidelijk uit de persoonlijke levens van vooraanstaande feministen, van wie de meesten een relatiebreuk of een mislukt huwelijk hadden of kinderloos waren.

Radicale feministische standpunten houden vol dat “de persoonlijke aangelegenheden politieke aangelegenheden zijn” en zien huiselijke conflicten als genderoorlogen. Sommigen beschouwen mannen als parasieten die vrouwen tot slaaf maken van hun lichaam en geest. Anderen beschrijven kinderen als een belemmering voor vrouwen die hun volledige potentieel willen bereiken en beweren dat de wortels van onderdrukking in de gezinsstructuur liggen. Het moderne feminisme verkondigt openlijk dat het de bedoeling is het traditionele gezin te vernietigen. Typische uitspraken zijn onder meer de volgende: “Huisvrouw zijn is een onwettig beroep. … De keuze om te dienen en beschermd te worden en zich erop te richten de maker van een gezien te zijn is een keuze die er niet zou mogen zijn. De kern van het radicale feminisme is om dat te veranderen,” [38] en: “We kunnen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen niet vernietigen totdat we het huwelijk vernietigen.” [39]

Feministische bewegingen hebben vermeende sociale problemen opgelost door in naam van de ‘bevrijding’ morele ontaarding te bevorderen en menselijke relaties te vernietigen. Volgens Sylvia Ann Hewlett, een Amerikaans econome en genderspecialist, is het moderne feminisme de belangrijkste factor in de toename van het aantal eenoudergezinnen, terwijl ‘echtscheidingen zonder schuld’ een gemakkelijke manier zijn voor mannen om hun verantwoordelijkheden te ontlopen. Ironisch genoeg werkt de aanval van het feminisme op de bestaande gezinsstructuur juist de vernietiging in van de haven die het geluk en de zekerheid van de meeste vrouwen garandeert.

Echtscheiding makkelijker maken heeft vrouwen niet geëmancipeerd. Uit een onderzoek van de London School of Economics uit 2009 bleek dat 27 procent van de gescheiden vrouwen onder de armoedegrens leefde, terwijl het inkomen van de man na de scheiding meestal met meer dan 30 procent steeg. [40] Het communisme geeft helemaal niet om vrouwenrechten; feminisme is slechts een instrument om de mensheid te corrumperen.

c. Homoseksualiteit promoten om het gezin te ondermijnen

Man en vrouw zijn naar goddelijke gelijkenis geschapen, en het goddelijke heeft de voorwaarden voor het menselijk bestaan vastgelegd. Iedereen verdient vriendelijkheid en respect, en echt mededogen betekent het handhaven van goddelijk vastgestelde morele codes.

In de afgelopen decennia zijn het homohuwelijk en andere lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LGBT) zaken agressief gepromoot in de Westerse samenleving. De LGBT-beweging is nauw verbonden met het communisme sinds de eerste utopisten homoseksualiteit als een mensenrecht begonnen aan te prijzen. Aangezien de communistische beweging beweert mensen te bevrijden van de slavernij van de traditionele moraal, promoot haar ideologie ook LGBT-rechten als onderdeel van haar programma van ‘seksuele bevrijding’. Veel voorstanders van seksuele bevrijding die homoseksualiteit krachtig steunen, zijn communisten of linksen. Door LGBT-rechten en seksuele bevrijding aan elkaar te koppelen, en daarmee promiscuïteit in het algemeen te normaliseren, hebben communisten de heiligheid van het huwelijk ondermijnd.

Communisme is niet echt geïnteresseerd in de rechten van de LGBT-gemeenschap. Het gebruikt het pleidooi voor LGBT-rechten als een middel om zijn eigen doel te bereiken – het vernietigen van de gezinsstructuur.

De eerste grote homorechtenorganisatie ter wereld werd in 1897 opgericht door leden van de Sociaal-Democratische Partij (SPD) van Duitsland, waaronder Magnus Hirschfeld, medeoprichter van het Wetenschappelijk-Humanitair Comité, in het Duits bekend als het Wissenschaftlich-humanitäres Komitee (WhK). Hirschfeld zette zich publiekelijk in voor de decriminalisering van homoseksualiteit.

Een van de meest radicale voorbeelden van seksuele bevrijding in die tijd volgde op de Oktoberrevolutie van de Bolsjewieken in 1917. Het seksuele beleid van de Sovjet-Unie, dat eerder in dit hoofdstuk werd besproken, schafte het wettelijk verbod op homoseksuele relaties af, waardoor de Sovjet-Unie naar linkse maatstaven het meest liberale land ter wereld werd.

In 1924 richtte Henry Gerber, geïnspireerd door Hirschfeld’s WhK, de eerste Amerikaanse homorechtenorganisatie op, The Society for Human Rights. De organisatie werd het jaar daarop ontbonden nadat verschillende leden waren gearresteerd. In 1950 richtte de Amerikaanse communist en marxistische leraar Harry Hay in zijn woonplaats Los Angeles de Mattachine Society op. De organisatie was de eerste invloedrijke homorechtengroep in de Verenigde Staten. Ze gaf eigen publicaties uit en breidde uit naar andere steden. Hay pleitte ook voor pedofilie.

In de jaren zestig, toen de seksuele liberalisering en de hippiebeweging op gang kwamen, werd de homoseksuele zaak openbaar. In 1971 nam NOW een resolutie aan waarin werd erkend dat “lesbische rechten een ‘legitieme zorg van het feminisme’ zijn”.

In 1997 nam het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) van Zuid-Afrika de eerste grondwet ter wereld aan waarin homoseksualiteit als een mensenrecht werd erkend. Het ANC, dat lid is van de Socialistische Internationale (vroeger een afdeling van de thans ter ziele gegane Tweede Internationale), heeft homoseksualiteit consequent gesteund.

Het pleidooi van het communisme voor homoseksualiteit heeft bijgedragen tot de groei van een aantal ongezonde toestanden in die gemeenschap. Uit een studie van onderzoekers van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention bleek dat het geschatte aantal HIV-diagnoses onder homoseksuelen in 2008 59 tot 75 maal zo hoog was als onder andere mannen; het aantal syfilis-diagnoses was 63 tot 79 maal zo hoog als onder de heteroseksuele bevolking. [41] Voordat in de jaren negentig doorbraken in de behandeling van aids werden bereikt, was de gemiddelde levensduur van 20-jarige homoseksuelen acht tot eenentwintig jaar korter dan de gemiddelde bevolking. [42]

De gezinsstructuur en de menselijke moraal zijn onder vuur komen te liggen door de manipulatie en bevordering van het feminisme, de seksuele bevrijding en de LGBT-beweging door het communistische spook.

d. Het bevorderen van echtscheiding en abortus

Vóór 1969, toen de staten ‘echtscheidingen zonder schuld’ begonnen te legaliseren, waren de wetten van de staten in de Verenigde Staten gebaseerd op traditionele religieuze waarden. Om een echtscheiding in overweging te nemen, was een legitieme claim van schuld van één van de echtgenoten of van beide echtgenoten vereist. Westerse religies leren dat het huwelijk door God is ingesteld. Een stabiel gezin is goed voor de man, de vrouw, de kinderen en de samenleving als geheel. Om deze reden benadrukten de kerk en de wetten van de VS-staten allemaal het belang van het in stand houden van huwelijken, behalve in verzachtende omstandigheden.

Maar in de jaren ’60 was de ideologie van de Frankfurter Schule in de maatschappij doorgedrongen. Het traditionele huwelijk kwam onder vuur te liggen, en de meeste schade werd aangericht door het liberalisme en het feminisme. Het liberalisme verwerpt de goddelijke aard van het huwelijk door de definitie ervan te reduceren tot een sociaal contract tussen twee mensen, terwijl het feminisme het traditionele gezin ziet als een patriarchaal instrument voor de onderdrukking van de vrouw. Echtscheiding werd gepromoot als de bevrijding van de vrouw uit de onderdrukking van een ongelukkig huwelijk, of als haar weg naar een opwindend leven vol avontuur. Deze mentaliteit leidde tot de legalisering van ‘echtscheidingen zonder schuld’, waardoor beide echtgenoten een huwelijk als onverenigbaar om welke reden dan ook kunnen ontbinden.

Het aantal echtscheidingen in de VS steeg snel in de jaren zeventig en bereikte een hoogtepunt in 1981. Voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis werden meer huwelijken beëindigd, niet door de dood maar door onenigheid. Van alle paren die in de jaren zeventig trouwden, zou bijna de helft scheiden, vergeleken met ongeveer 11 procent in de jaren vijftig. Voorstanders van seksuele bevrijding geloven dat seks niet beperkt moet blijven tot de grenzen van het huwelijk, maar ongewenste zwangerschap vormt een natuurlijk obstakel voor dit soort levensstijl. Anticonceptiemiddelen kunnen falen, dus hebben de voorstanders van onbeperkte sex de zaak van de legalisatie van abortus opgepakt. Het officiële rapport van de Internationale Conferentie van de VN over Bevolking en Ontwikkeling in Caïro in 1994 bepaalt dat reproductieve gezondheid “inhoudt dat mensen in staat zijn een bevredigend en veilig seksleven te leiden en dat zij in staat zijn zich voort te planten en de vrijheid hebben om te beslissen of, wanneer en hoe vaak zij dat doen”. [43]

Tegelijkertijd introduceerden feministen de slogan ‘Mijn lichaam, mijn rechten’ om te betogen dat vrouwen het recht hebben om te kiezen of zij hun ongeboren kind ter wereld brengen of doden. Het debat breidde zich uit van het toestaan van abortus onder speciale omstandigheden tot het geven van de macht aan vrouwen om het menselijk leven te beëindigen vanwege persoonlijk ongemak.

Door abortus te aanvaarden zijn de mensen ertoe gebracht de moord op baby’s toe te staan en tegelijkertijd het traditionele inzicht te verlaten dat seks dient voor voortplanting.

e. Gebruik van het socialezekerheidsstelsel om eenoudergezinnen aan te moedigen

In 1960 werd slechts 5 procent van de kinderen geboren uit ongehuwde moeders. In die tijd werd het als vanzelfsprekend beschouwd dat kinderen opgroeiden wetende wie hun biologische vader is.

In de jaren 2010 waren ongehuwde moeders echter goed voor 40 procent van de geboorten. [44] Van 1965 tot 2012 schoot het aantal eenoudergezinnen in Amerika omhoog van 3,3 miljoen naar 13,2 miljoen. [45] Hoewel sommige vaders betrokken bleven, door samenwonen of later huwelijk, groeide de meerderheid van de kinderen geboren uit deze alleenstaande moeders op zonder hun vaders.

Vaders dienen als rolmodel voor hun zonen, leren hen hoe zij mannen moeten zijn, en laten hun dochters zien hoe het voelt om gerespecteerd te worden op de manier die vrouwen verdienen. Kinderen hebben veel te lijden onder de afwezigheid van een vader. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die zonder vader opgroeien vaak een laag gevoel van eigenwaarde hebben. Zij lopen een grotere kans voortijdig van school te gaan, drugs te gebruiken, zich aan te sluiten bij bendes, misdrijven te plegen en zelfmoord te plegen. De meerderheid van de jongeren die in gevangenissen terechtkomen komt uit vaderloze gezinnen. Vroege seksuele ervaringen, tienerzwangerschappen en promiscuïteit komen ook vaak voor. Mensen die opgroeien zonder hun vader hebben 40 keer meer kans om seksuele misdrijven te begaan in vergelijking met de rest van de bevolking. [46]

Het Brookings Institution geeft drie belangrijke adviezen aan jongeren die aan de armoede willen ontsnappen: behaal een diploma van de middelbare school, zoek een voltijdse baan, en wacht tot je eenentwintigste om te trouwen en kinderen te krijgen. Volgens de statistieken leeft slechts 2 procent van de Amerikanen die aan deze voorwaarden voldoen in armoede, en wordt 75 procent beschouwd als middenklasse. [47] Met andere woorden, dat is de meest betrouwbare weg om een verantwoordelijke volwassene te worden die een gezond, productief leven leidt.

De meeste alleenstaande moeders zijn afhankelijk van overheidssteun. In een rapport van de Heritage Foundation werd aan de hand van gedetailleerde statistische gegevens aangetoond dat het door feministen zo bepleite bijstandsbeleid in feite de vorming van eenoudergezinnen aanmoedigt, zelfs zodanig dat paren die trouwen gestraft worden, omdat zij voor minder uitkeringen in aanmerking komen. [48] De regering heeft de vader effectief vervangen door bijstand.

Het welzijnsbeleid heeft gezinnen die in armoede leven niet geholpen. In plaats daarvan heeft het alleen maar het almaar toenemende aantal eenoudergezinnen gesteund. Aangezien de kinderen van dergelijke gezinnen zelf vatbaar zijn voor armoede, is het resultaat een vicieuze cirkel van toenemende afhankelijkheid van overheidssteun. Dit is precies wat het communisme wil bereiken: controle over elk aspect van het leven van het individu.

f. Bevordering van ontaarde cultuur

In 2000 was 55 procent van de Amerikanen tussen de vijfentwintig en vierendertig jaar getrouwd, en 34 procent was nooit getrouwd geweest. In 2015 waren deze cijfers bijna omgedraaid, met 40 procent getrouwd en 53 procent nooit getrouwd. Onderzoekers die deze trend bestudeerden aan de Universiteit van Texas-Austin ontdekten dat jonge mensen in de Verenigde Staten het huwelijk uit de weg gingen omdat seks en het huwelijk in de huidige cultuur als gescheiden worden beschouwd. Dus waarom zouden ze trouwen? [49]

In deze gedegenereerde omgeving gaat de trend in de richting van terloopse, niet aan verplichtingen gebonden seks; seks heeft niets te maken met genegenheid, laat staan met verbintenis en verantwoordelijkheid. Nog absurder is de overvloed aan nieuwe seksuele geaardheden, die nu als modestatements in omloop worden gebracht. De opties voor gebruikersprofielen van Facebook in het Verenigd Koninkrijk omvatten op een gegeven moment bijvoorbeeld meer dan zeventig verschillende genders. Als jonge mensen niet eens kunnen zeggen of ze man of vrouw zijn, hoe zullen ze dan tegen het huwelijk aankijken? Het communisme heeft de wet en de maatschappij gebruikt om deze door God gegeven begrippen volledig te herwerken.

‘Ontucht’ was vroeger een negatieve term die verwees naar immoreel seksueel gedrag. Vandaag de dag is het verwaterd tot ‘buitenechtelijke seksuele relaties’ of ‘samenwonen’. In de klassieke roman The Scarlet Letter van Nathaniel Hawthorne uit 1850 pleegde de hoofdpersoon, Hester Prynne, overspel waarna ze berouw had en hard werkte om zichzelf  te verbeteren, maar in de maatschappij van vandaag is berouw niet nodig: overspeligen kunnen trots en met opgeheven hoofd van het leven genieten. Kuisheid was vroeger een deugd in zowel Oosterse als Westerse culturen; vandaag wordt het behandeld als een anachronistische grap.

Een oordeel vellen over homoseksualiteit en seksuele moraal is verboden onder de huidige politieke correctheid. De enige aanvaardbare houding is het respecteren van de ‘vrije keuze’ van anderen. Dit geldt niet alleen in het dagelijks leven, maar in de hele academische wereld, waar de moraal is losgekoppeld van de praktische realiteit. Afwijkende en gedegenereerde dingen zijn genormaliseerd. Zij die zich overgeven aan hun verlangens voelen geen druk of schuldgevoel.

Westerse mensen onder de vijftig kunnen zich nauwelijks de cultuur herinneren die vroeger in de samenleving heerste, waarin bijna alle kinderen opgroeiden met de aanwezigheid van hun biologische vaders. ‘Gay’ betekende ‘gelukkig’. Witte bruidsjurken stonden voor kuisheid. Pornografische inhoud werd van TV en radio geweerd. Dat is allemaal ongedaan gemaakt in slechts zestig jaar.

5. Hoe de Chinese Communistische Partij gezinnen vernietigt

a. Het uiteenrijten van gezinnen in naam van gelijkheid

Mao Zedongs slogan ‘Vrouwen dragen de helft van de hemel’ is nu in het Westen doorgedrongen als een trendy feministische slagzin. De ideologie dat mannen en vrouwen gelijk zijn, zoals gepropageerd door de Chinese Communistische Partij, verschilt in wezen niet van het westerse feminisme. In het Westen wordt ‘discriminatie op grond van geslacht’ gebruikt als wapen om een toestand van ‘politieke correctheid’ in stand te houden. In China wordt het label ‘mannelijk chauvinisme’ gebruikt met een vergelijkbaar destructief effect, hoewel de praktische uitvoering ervan anders is.

De door het westerse feminisme bepleite gelijkheid van mannen en vrouwen vereist gelijkheid van uitkomst voor mannen en vrouwen door middel van maatregelen als genderquota, financiële compensatie en verlaagde standaarden. Onder het motto van de CCP dat vrouwen de helft van de hemel dragen, wordt van vrouwen verwacht dat zij dezelfde bekwaamheid aan de dag leggen bij hetzelfde werk dat door hun mannelijke collega’s wordt gedaan. Degenen die probeerden taken uit te voeren waarvoor zij nauwelijks gekwalificeerd waren, werden geprezen als heldinnen en kregen titels als 8 maart Rode Banier Houder, die wordt gegeven aan hedendaagse vrouwen die “krachtig de socialistische kernwaarden bevorderen”.

Op propagandaposters van de CCP in de jaren zestig en zeventig werden vrouwen meestal afgebeeld als fysiek robuust en krachtig, terwijl Mao vrouwen enthousiast opriep om hun liefde voor make-up om te zetten in liefde voor militaire uniformen. Mijnbouw, houthakken, staalproductie, vechten op het slagveld – elk type baan of rol werd opengesteld voor vrouwen.

Op 1 oktober 1966 stond in de People’s Daily een verhaal met de titel ‘Meisjes kunnen ook varkens slachten’. Het beschreef een achttienjarige vrouw die een plaatselijke beroemdheid werd door als leerling in een slachthuis te werken. Het bestuderen van het Mao Zedong gedachtegoed hielp haar de moed op te brengen om varkens te slachten. Ze zei: “Als je niet eens een varken kunt doden, hoe kun je dan verwachten de vijand te doden?” [50]

Hoewel Chinese vrouwen ‘de helft van de hemel dragen’, vinden feministen in het Westen nog steeds dat de gelijkheid van mannen en vrouwen in China op veel gebieden tekortschiet. In het permanent comité van het Politbureau van de CCP, dat momenteel zeven leden telt, heeft nog nooit een vrouw zitting gehad. De CCP vreest dat de opname van een vrouw een sociale beweging zou aanmoedigen die meer politieke rechten, zoals democratie, eist en een fatale bedreiging zou vormen voor het totalitaire bewind van de partij.

Uit vergelijkbare bezorgdheid onthoudt de partij zich ook van openlijke steun voor homoseksualiteit en neemt zij een relatief neutraal standpunt in ten aanzien van deze kwestie. De partij heeft homoseksualiteit in China echter soms stilletjes aangemoedigd door gebruik te maken van de invloed van de media en de populaire cultuur. De media hebben de uitdrukking ‘homo’ discreet vervangen door ‘kameraad’, een term met een positievere connotatie. In 2001 schrapte de Chinese Vereniging voor Psychiatrie homoseksualiteit van haar lijst van psychische stoornissen. In 2009 keurde de CCP de eerste Shanghai Pride Week goed.

De benaderingen kunnen verschillen, maar het communistische spook streeft overal hetzelfde doel na: afschaffing van het traditionele ideaal van een goede echtgenote en liefhebbende moeder, vrouwen dwingen hun zachtaardige karakter op te geven, en de harmonie tussen mannen en vrouwen vernietigen die nodig is om een evenwichtig gezin te stichten en goed opgevoede kinderen groot te brengen.

b. Echtgenoten en echtgenotes tegen elkaar opzetten

Traditionele Chinese waarden zijn gebaseerd op gezinsmoraal. De duivel weet dat de meest effectieve manier om de traditionele waarden te ondermijnen is te beginnen met het saboteren van de menselijke relaties. In de voortdurende politieke strijd die door de CCP op gang werd gebracht, gaven familieleden elkaar aan bij de autoriteiten in een waanzinnige concurrentiestrijd om een betere politieke status. Door hun naasten te verraden, konden zij een standvastiger, loyaler standpunt ten gunste van de partijorthodoxie laten zien.

In december 1966 werd Mao’s secretaris Hu Qiaomu naar het IJzer- en Staalinstituut in Peking gesleept, waar zijn eigen dochter het podium betrad en riep: “Sla Hu Qiaomu’s hondekop in!” Hoewel zij niet meedeed, verwondden anderen hem wel. Rond dezelfde tijd troffen de Rode Gardisten een ‘kapitalistische’ familie aan in het Dongsi-district van Beijing. De bewakers sloegen de ouders bijna dood en dwongen vervolgens de zoon, een jonge tiener, om met halters de schedel van zijn vader in te slaan. De jongen werd daarna krankzinnig. [51]

Diegenen die door de Partij als ‘klassenvijanden’ werden veroordeeld, onterfden vaak hun familie om te vermijden dat hun familieleden ook betrokken zouden raken. Zelfs ‘klassenvijanden’ die zelfmoord pleegden, moesten eerst de familiebanden verbreken, om te vermijden dat de CCP hun familieleden zou opjagen. Toen bijvoorbeeld de literaire theoreticus Ye Yiqun tijdens de Culturele Revolutie vervolgd en tot zelfmoord gedreven werd, luidde zijn afscheidsbrief als volgt: “Het enige wat in de toekomst van jullie gevraagd wordt is resoluut te luisteren naar de woorden van de Partij, vast te houden aan het standpunt van de Partij, geleidelijk mijn zonden te erkennen, haat tegen mij aan te wakkeren, en onze familiebanden zonder aarzelen te verbreken.” [52]

In het moderne tijdperk is de vervolging van de spirituele praktijk Falun Gong de grootste politieke campagne die door de CCP op touw is gezet. Een gebruikelijke strategie van de autoriteiten tegen Falun Gong-aanhangers is hun familieleden te dwingen mee te werken aan de vervolging. De CCP legt familieleden administratieve pesterijen, financiële sancties en andere vormen van intimidatie en druk op om hen ertoe te bewegen de beoefenaars onder druk te zetten hun geloof op te geven. De CCP geeft de slachtoffers van de vervolging de schuld van de intimidatie van hun families, en zegt dat de intimidatie alleen maar voortduurt omdat de beoefenaar weigert zijn of haar overtuigingen op te geven. Vele Falun Gong beoefenaars zijn door deze vorm van vervolging gescheiden of verstoten door hun naasten. Talloze gezinnen zijn door de campagne van de partij uit elkaar gerukt.

c. Gedwongen abortus gebruiken voor bevolkingsbeperking

Kort nadat westerse feministen erin geslaagd waren abortus te legaliseren, kregen vrouwen in de Volksrepubliek China verplichte abortussen opgelegd door het gezinsplanningsbeleid van de CCP. De massamoord op de ongeborenen heeft geleid tot een humanitaire en sociale ramp van ongekende omvang.

De CCP volgt het marxistisch materialisme en is van mening dat de geboorte van een kind een productieve handeling is die niet verschilt van staalproductie of landbouw. Hieruit volgt dat de filosofie van economische planning moet worden uitgebreid naar het gezin. Mao zei: “De mensheid moet zichzelf onder controle houden en een planning van de groei implementeren. Die kan soms wat toenemen, en soms tot stilstand komen.” [53]

In de jaren tachtig begon het Chinese regime het één-kind-beleid af te dwingen met extreme en wrede maatregelen, zoals bleek uit slogans die in het hele land werden ontvouwd: “Als één persoon de wet overtreedt, wordt het hele dorp gesteriliseerd”; “Beval van de eerste, bind je slangen af na de tweede, schraap de derde en vierde eruit!” (Een variatie op deze slogan was simpelweg “Dood, dood, dood de derde en vierde.”); “We zien liever een stroom bloed dan een geboorte te veel”; en “Tien graven meer is beter dan één extra leven.” Dergelijke bloeddorstige regels waren alomtegenwoordig in heel China.

De Nationale Commissie voor Gezondheid en Gezinsplanning gebruikte zware boetes, plundering, afbraak van woningen, mishandeling, opsluiting en andere dergelijke straffen om overtredingen van het één-kind-beleid aan te pakken. Op sommige plaatsen lieten gezinsplanningsambtenaren baby’s verdrinken door ze in rijstvelden te gooien. Zelfs aanstaande moeders die nog maar enkele dagen van de bevalling verwijderd waren, werden tot abortus gedwongen.
In 2013 publiceerde het ministerie van Volksgezondheid cijfers waaruit bleek dat er in China sinds 1971 minstens 336 miljoen abortussen waren uitgevoerd. Het één-kind-beleid begon in 1979, wat betekent dat gedurende de meer dan dertig jaar van zijn bestaan, elk jaar enkele miljoenen ongeboren kinderen werden vermoord door de CCP.

Een van de ernstigste gevolgen van het één-kind-beleid is het onevenredig grote aantal vrouwelijke baby’s dat wordt geaborteerd of achtergelaten, waardoor de man-vrouwverhouding onder Chinezen jonger dan veertig ernstig uit balans is. Door het tekort aan vrouwen zullen tegen 2020 naar schatting zo’n dertig miljoen jonge mannen niet in staat zijn om een vrouw in de vruchtbare leeftijd te huwen.

Het door de mens veroorzaakte gebrek aan evenwicht tussen mannen en vrouwen in China heeft geleid tot ernstige sociale problemen, zoals een toename van seksueel misbruik en prostitutie, gecommercialiseerde huwelijken en vrouwenhandel.

6. De gevolgen van de aanval van het communisme op het gezin

Marx en andere communisten haalden fenomenen als overspel, prostitutie en onwettige kinderen aan om hun anti-huwelijk en anti-gezin theorieën kracht bij te zetten – alsof het bestaan van zulke ondeugden betekende dat de heersende sociale normen hypocriet en corrupt waren.

De geleidelijke degeneratie van de moraal die begon in het Victoriaanse tijdperk holde de heilige instelling van het huwelijk uit en leidde de mensen verder weg van de goddelijke leer. Communisten drongen er bij vrouwen op aan hun huwelijkse eed te schenden omwille van hun veronderstelde persoonlijke geluk, maar het resultaat was juist het tegenovergestelde.

De ‘oplossing’ van het communisme voor onderdrukking en ongelijkheid is niets anders dan het naar beneden halen van de normen van de menselijke moraal tot helse dieptes. Het maakt van gedrag dat eens universeel veroordeeld werd als lelijk en onvergeeflijk de nieuwe norm. In de ‘gelijkheid’ van het communisme, marcheren allen naar hetzelfde lot – vernietiging.

Het spook van het communisme schiep de onjuiste overtuiging dat de zonde niet veroorzaakt wordt door de degeneratie van de moraal, maar door sociale onderdrukking. Het bracht mensen ertoe een uitweg te zoeken door de traditie de rug toe te keren en zich van het goddelijke af te keren. Het gebruikte de mooie retoriek van vrijheid en bevrijding om feminisme, homoseksualiteit en seksuele perversie te bepleiten. Vrouwen zijn beroofd van hun waardigheid, mannen zijn beroofd van hun verantwoordelijkheid, en de heiligheid van het gezin is de met voeten getreden, waardoor de kinderen van nu de speelbal van de duivel zijn geworden

Hoofdstuk 7 (Deel 1)Hoofdstuk 8 (Deel 1)

Referenties

21. Betty Friedan, The Feminine Mystique (New York: W.W. Norton & Company, 1963).

22. Joanne Boucher, ‘Betty Friedan and the Radical Past of Liberal Feminism’, New Politics, vol. 9, no.3 (zomer 2003).

23. David Horowitz, ‘Betty Friedan’s Secret Communist Past, Salon, 19 januari 1999, https://www.salon.com/1999/01/18/nc_18horo.

24. Kate Weigand, Red Feminism: American Communism and the Making of Women’s Liberation (Baltimore, MD, en Londen: The Johns Hopkins University Press, 2002).

25. Ibid.

26. Simone de Beauvoir, Le deuxième sexe, trans. Constance Borde en Sheila Malovany-Chevallier (New York: Vintage Books, 2011).

27. Lawrence Summers, ‘Harvard President Summers’ Remarks About Women in Science, Engineering’, PBS NewsHour, 22 februari 2005, https://www.pbs.org/newshour/science/science-jan-june05-summersremarks_2-22.

28. Alan Finder, ‘Harvard Will Spend $50 Million to Make Faculty More Diverse’, The New York Times, 17 mei 2005, https://www.nytimes.com/2005/05/17/education/harvard-will-spend-50-million-to-make-faculty-more-diverse.html.

29. C.P. Benbow and J.C. Stanley, ‘Sex Differences in Mathematical Ability: Fact or Artifact?’ Science, 210, issue 4475 (December 1980): 1262-1264, https://science.sciencemag.org/content/210/4475/1262.

30. C.P. Benbow, ‘Sex differences in Ability in Intellectually Talented Preadolescents: Their Nature, Effects, and Possible Causes’, Behavioral and Brain Sciences 11, no. 2 (June 1988): 169-183. https://www.cambridge.org/core/journals/behavioral-and-brain-sciences/article/sex-differences-in-mathematical-reasoning-ability-in-intellectually-talented-preadolescents-their-nature-effects-and-possible-causes/C0BC8628A056CB9B38A3464D2DF5FA44.

31. C.P. Benbow e.a., ‘Sex Differences in Mathematical Reasoning Ability at Age 13: Their Status 20 Years Later,’ Psychological Science 11, no. 6 (November 2000): 474-480, https://my.vanderbilt.edu/smpy/files/2013/02/SexDiffs.pdf.

32. Alexis de Tocqueville, zoals geciteerd in Friedrich A. Hayek, The Road to Serfdom (Londen: Profile Books, 2005), 47.

33. Susan Edelman, ‘Woman to Become NY Firefighter Despite Failing Crucial Fitness Test’, The New York Post, 3 mei 2015. https://nypost.com/2015/05/03/woman-to-become-ny-firefighter-despite-failing-crucial-fitness-test.

34. Una Butorac, ‘These Female Firefighters Don’t Want a Gender Quota System’, Special Broadcasting Service, 24 maart 2017, https://www.sbs.com.au/news/the-feed/these-female-firefighters-don-t-want-a-gender-quota-system.

35. Commonwealth Court of Pennsylvania, Commonwealth of Pennsylvania by Israel Packel, Attorney General, v. Pennsylvania Interscholastic Athletic Association, 334A.2d 839, 18 Pa. Commw. 45 (19 maart 1975).

36. Christina Hoff Sommers, The War Against Boys: How Misguided Feminism Is Harming Our Young Men (New York: Simon & Schuster, 2001).

37. Jamie Doward, ‘”Take These Children Seriously”: NHS Clinic in the Eye of Trans Rights Storm’, The Guardian, 18 november 2017, https://www.theguardian.com/society/2017/nov/19/nhs-clinic-trans-rights-storm-gender-identity-specialist-centre-transgender.

38. Vivian Gornick, zoals geciteerd in The Daily Illini, Universiteit van Illinois, 25 april 1981.

39. Robin Morgan, ed., Sisterhood Is Powerful: An Anthology of Writings From the Women’s Liberation Movement (New York: Vintage Books, 1970), 537.

40. Darlena Cunha, ‘The Divorce Gap’, The Atlantic, 28 april 2016, https://www.theatlantic.com/business/archive/2016/04/the-divorce-gap/480333.

41. David W. Purcell e.a., ‘Estimating the Population Size of Men Who Have Sex with Men in the United States to Obtain HIV and Syphilis Rates’, Open AIDS Journal 6 (september 2012): 98-107, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3462414.

42. R.S. Hogg e.a., ‘Modelling the Impact of HIV Disease on Mortality in Gay Men’, International Journal of Epidemiology 26, no. 3 (juni 1997): 657-661.

43. Verenigde Naties, ‘Programme of Action of the International Conference on Population and Development’, The International Conference on Population and Development (ICPD) in Caïro, Egypt (New York: Verenigde Naties, 1995), 59, https://www.un.org/en/development/desa/population/events/pdf/expert/27/SupportingDocuments/A_CONF.171_13_Rev.1.pdf.

44. The Vice Chairman’s Staff of the Joint Economic Committee op verzoek van senator Mike Lee, ‘Love, Marriage, and the Baby Carriage: The Rise in Unwed Childbearing’, Social Capital Project nr. 3-17 (december 2017), https://www.lee.senate.gov/public/_cache/files/3a6e738b-305b-4553-b03b-3c71382f102c/love-marriage-and-the-baby-carriage.pdf.

45. Robert Rector, ‘How Welfare Undermines Marriage and What to Do About It,’ The Heritage Foundation, 17 november 2014, https://www.heritage.org/welfare/report/how-welfare-undermines-marriage-and-what-do-about-it.

46. Phyllis Schlafly, Who Killed The American Family? (Washington, DC: WND Books, 2014), hfdst. 1.

47. Ron Haskins, ‘Three Simple Rules Poor Teens Should Follow to Join the Middle Class’, Brookings Institution, 13 maart 2013, https://www.brookings.edu/opinions/three-simple-rules-poor-teens-should-follow-to-join-the-middle-class.

48. Rector, ‘How Welfare Undermines’.

49. Mark Regnerus, ‘Cheap Sex and the Decline of Marriage’, The Wall Street Journal, 29 september 2017, https://www.wsj.com/articles/cheap-sex-and-the-decline-of-marriage-1506690454.

50. Yang Meiling 杨美玲, ‘Guniang ye neng xuehui sha zhu’ 姑娘也能学会杀猪 [‘Meisjes kunnen ook varkens slachten’], People’s Daily, 1 oktober 1966.

51. Yu Luowen 遇罗文, Wo jia: wo de gege Yu Luoke 我家:我的哥哥遇罗克 [Mijn familie: Mijn broer Yu Luoke], (Beijing: World Chinese Publishing Co., Ltd, 2016).

52. Ye, Zhou 葉舟, ‘Ye Yuqin de zuihou shinian’ 葉以群的最後十年 [‘Het laatste decennium van Ye Yiqun’], Wenhui Monthly, nr. 12 (1989).

53. Pang Xianzhi 逄先知 en Jin Chongji 金冲及, Mao Zedong zhuan (1949-1976) 毛泽东传(1949-1976) [Biografie van Mao Zedong (1949-1976)] (Beijing: Central Party Literature Press, 2003).

中文正體